Jonas Vingegaard heeft toegegeven dat hij tijdens de
Tour de France van 2025 geen weet had van de knieblessure die
Tadej Pogacar bijna tot opgave dwong – een incident dat pas nu aan het licht komt via ploeggenoot
Tim Wellens, die de situatie achter de schermen bij UAE Team Emirates–XRG toelichtte.
Pogacar reed door de pijn heen
In een gesprek met La Dernière Heure tijdens het
Saitama Criterium in Japan vertelde Vingegaard dat hij verrast was toen hij hoorde dat zijn grote rivaal halverwege de Tour een spoedscan had moeten ondergaan. De Deen zei dat hij “geen idee had van die blessure” en dat hij zich vooral op zichzelf probeert te concentreren. “Iedereen heeft wel eens moeilijke dagen in een Grote Ronde,” zei hij. “Je kunt ziek zijn of uitgeput, maar je moet doorzetten. Je hebt geen keus.”
De toestand van Pogacar bleek veel ernstiger dan buitenstaanders vermoedden. Wellens vertelde aan L’Équipe dat de wereldkampioen tijdens de etappe naar Valence plotseling om hulp riep. Pogacar had zoveel pijn aan zijn knie dat hij onderweg onderzocht moest worden, en na afloop volgden scans in het ziekenhuis. Er werd een ontsteking vastgesteld, maar onduidelijk bleef wat de oorzaak was. Binnen het team heerste grote ongerustheid; de vrees dat hij moest opgeven was reëel.
Pogacar reed desondanks door tot Parijs en veroverde zijn vierde gele trui. Zijn voorzichtige koers in de derde week, die bij sommigen vragen opriep, bleek achteraf geen tactisch spel, maar het gevolg van fysieke problemen.
“Hij lijkt onaantastbaar, maar ik geloof dat ik hem kan kloppen”
Ondanks de onthullingen blijft Vingegaard overtuigd dat hij Pogacar kan verslaan. Hij noemde zijn rivaal “ongelooflijk sterk, de beste renner van dit moment”, maar zei dat het geen zin heeft hem als onverslaanbaar te zien. “Als ik dat tegen mezelf zeg, geef ik op,” aldus Vingegaard. “Ik geloof nog steeds dat ik hem kan kloppen.”
De kopman van Visma | Lease a Bike gaf aan dat hij zich voor het eerst sinds zijn zware crash in de Itzulia Baskenland van 2024 weer op zijn oude niveau voelt. Het herstel duurde langer dan verwacht, maar volgens hem zijn de wattages weer zoals voorheen. “En ik heb het gevoel dat er nog ruimte is om te groeien,” zei hij, glimlachend dat dat misschien ook voor Pogacar geldt.
“De Tour van 2026 wordt een van de zwaarste ooit”
Vingegaard richt zijn blik al op volgend jaar. De Tour van 2026, waarin hij en Pogacar opnieuw tegenover elkaar staan, lijkt volgens hem “ontworpen om het tot het einde spannend te houden”. De route wordt zwaarder naarmate de koers vordert, met een voorlaatste etappe van 5.600 hoogtemeters en aankomst op Alpe d’Huez. “Een waanzinnige rit,” zei hij. “Misschien wel een van de zwaarste ooit. Maar ik kijk ernaar uit en hoop dat ik die dag goede benen heb.”
Evenwicht bij Visma en een blik op Evenepoel
Met de terugkeer van
Wout van Aert in de Tourselectie verwacht Vingegaard geen spanningen binnen de ploeg. “We hebben allebei grote doelen, maar we kunnen daar goed mee omgaan. Wout wil resultaten, maar als hij in topvorm is, profiteert iedereen daarvan. Het team steunt me volledig in het klassement, en de Tour winnen blijft het hoofddoel.”
Ook over
Remco Evenepoel, die van ploeg verandert voor 2026, sprak hij met interesse. “Het is een grote stap voor hem,” zei hij. “Het wordt interessant om te zien wat dat voor effect heeft. Maar aan mijn voorbereiding verandert het niets. Remco blijft altijd een van de topfavorieten zodra hij aan de start staat.”
Kalm, analytisch en vol vertrouwen lijkt Jonas Vingegaard klaar voor een nieuw hoofdstuk in zijn rivaliteit met Pogacar – een duel dat ook in 2026 het beeld van het moderne wielrennen zal bepalen.