Voor de tweede keer in zijn carrière staat
Mattias Skjelmose aan het vertrek van de
Tour de France. De Deen van
Lidl-Trek presenteerde zich in aanloop naar La Grande Boucle aan de pers en sprak met
CyclingUpToDate en WielrennenUpToDate over zijn ambities, twijfels en de weg die hij aflegde na een turbulent voorjaar.
De 24-jarige Skjelmose was in het voorjaar één van de revelaties: hij verraste vriend en vijand met zijn overwinning in de Amstel Gold Race, waarin hij grote namen als Tadej Pogacar en Remco Evenepoel te snel af was. Daarna strooide ziekte echter roet in het eten. Een zege in de Andorra MoraBanc Clàssica gaf hem recent weer vertrouwen, al blijft het afwachten hoe hij zich staande zal houden in een Tour waarin zijn team ook mikt op sprintsuccessen met Jonathan Milan en punchy ritzeges met Thibau Nys.
V: Mattias, hoe is je vorm richting de Tour, zeker gezien het feit dat je de Dauphiné en de Ronde van Zwitserland hebt moeten missen?
A: "Dat is lastig te zeggen, want ik kan me alleen meten aan mijn eigen niveau. Wat ik zag in de Dauphiné en in Zwitserland... iedereen rijdt echt waanzinnig hard, veel harder dan voorheen. Ik heb alles gedaan wat mogelijk was binnen de omstandigheden, en nu is het afwachten of dat voldoende is. Misschien wel, misschien niet."
V: Wat is dan het doel voor deze Tour de France?
A: "Eerlijk gezegd weet ik dat nog niet. Mijn vorm is een vraagteken en de eerste week lijkt me zwaar, zeker als ik veel alleen kom te zitten. Ik denk dat we na de eerste tijdrit pas echt zicht hebben op de mogelijkheden. Maar als ik merk dat het klassement te hoog gegrepen is, ga ik vol voor etappes of zelfs de bergtrui."
V: Je zei eerder dit jaar dat je eigenlijk liever niet naar de Tour zou gaan. Is dat gevoel veranderd?
A: "Het blijft een dubbel gevoel. De Tour is een magische koers, maar ik voelde me er dit jaar eigenlijk niet klaar voor, vooral niet voor die zware eerste week. Mijn ziekte heeft dat gevoel niet verbeterd. Maar ik heb alles op alles gezet. Zeven weken op hoogte getraind, alles anders aangepakt. Misschien moet ik het dit jaar dus op een andere manier aanpakken: voor ritten gaan, of voor het bergklassement. Dat is ook een nieuwe uitdaging voor me."
Mattias Skjelmose is een van de weinige renners die Tadej Pogacar wist te verslaan in 2025
V: Heb je met het team besproken dat je liever een andere Grote Ronde had gereden?
A: "Zeker. We hebben afgesproken dat ik volgend jaar de Giro als kopman mag rijden, met volledige steun. Dat perspectief heeft me overtuigd om dit jaar toch alles op de Tour te zetten. De ploeg heeft geen druk opgelegd. Als Milan een of twee etappes wint en ik één rit pak of om de bergtrui strijd, dan is het al een geslaagde Tour voor Lidl-Trek."
V: Heeft de zege in Andorra je twijfels over je vorm kunnen wegnemen?
A: "Het was een speciale wedstrijd. Veel jongens kwamen net van vier dagen Occitanie en een lange reis. Ik was daarentegen perfect voorbereid, al vijf weken op hoogte in Andorra. De koers lag me – gemiddeld 1500 meter hoogte – en dat speelde in mijn voordeel. Natuurlijk had ik graag met meer marge gewonnen, maar winst is winst. En ik versloeg Henrik, die zesde werd in de Dauphiné, eerlijk. Dat geeft wel vertrouwen."
V: Je gaf eerder aan hoe belangrijk Otto Vergaerde voor je is. Was het een teleurstelling dat hij niet in de Tourselectie zit?
A: "Absoluut. Ik heb het hele seizoen met Otto gereden. Natuurlijk mis ik hem hier, zeker in die hectische eerste week. Maar dit is hopelijk niet mijn laatste Tour, en als ik er nog eens rijd, is de kans groot dat hij erbij is."
V: Hoe zwaar was die ziekteperiode mentaal voor je?
A: "Zonder twijfel het moeilijkste moment in mijn carrière. Het bleef terugkomen, niemand wist wat het was. Dagenlang zat ik op de bank, zonder energie, zonder motivatie om zelfs maar ontbijt te maken. Mijn vrouw heeft me er echt doorheen gesleurd. Zonder haar had ik hier waarschijnlijk niet gestaan."
V: Je noemt de bolletjestrui als mogelijk doel. Is daar een concreet plan voor?
A: "Een plan is er niet echt, maar ik zie kansen. De echte bergetappes – met veel punten – komen pas later. Dus als je in de eerste week pech hebt, kun je het nog goedmaken. Coucherelle telt dubbel, en als Jonas die rit wint, is dat meteen een grote voorsprong voor hem. Maar als het klassement geen optie blijkt, is de bergtrui een prachtig alternatief. Gewoon op dat podium in Parijs staan, op welke manier dan ook, dat is iets bijzonders."
V: Wat vind je van het design van de bolletjestrui dit jaar?
A: "Het ontwerp is hetzelfde gebleven, toch? Ik vind ‘m prachtig. Denemarken heeft een mooie geschiedenis met die trui – Rasmussen, Bjarne Riis, Magnus Cort... Ik hielp Giulio Ciccone hem winnen in 2023 en het stond hem geweldig. Misschien staat-ie mij ook goed, wie weet."
V: Is er iemand in de ploeg specifiek aangesteld om jou te beschermen op de vlakke ritten?
A: "Niet direct. Johnny (Milan) heeft zijn eigen ploeg. Quinn Simmons zal veel kopwerk doen, en daarna bij mij blijven. We gaan geen domme risico’s nemen om dertig seconden goed te maken in week één."
V: Denk je dat je verschil kunt maken in de winderige of heuvelachtige ritten waar Lidl-Trek sterk voor de dag kan komen?
A: "Dat is de hoop. Maar Johnny heeft prioriteit. Zijn mannen zitten dan voorin, en ik zit daar vaak net achter. Als ik vijfde wiel zit, is het lastig om voorin te blijven in een peloton vol sterke teams. Maar met ervaren mannen als Jasper Stuyven en Edward Theuns moeten we een middenweg vinden. Zij hebben ervaring met kopmannen én sprinters in dezelfde ploeg."
V: Wat met ritten als Mûr-de-Bretagne of Boulogne-sur-Mer? Die lijken je op het lijf geschreven, maar ook Thibau Nys. Wie krijgt daar de vrije rol?
A: "Voor die etappes is Thibau onze uitgesproken man. Of ik knecht ben of gewoon mijn eigen koers rijd, zien we dan wel. Maar Thibau is onze beste kans in die ritten."
V: Zou jij daar misschien van kunnen profiteren als de anderen vooral op hem letten?
A: "Zeker. Als ze denken dat hij de gevaarlijkste man is, opent dat misschien ruimte voor mij. Ik kan roepen wat ik wil over mijn vorm, maar als anderen het niet geloven en me geen tien seconden gunnen, verandert dat het hele spel. Dat spel wil ik graag meespelen."