PERSCONFERENTIE | Jonathan Milan ziet zichzelf niet als topfavoriet voor groene trui: "Philipsen, Merlier, Groenewegen… Misschien zelfs Van Aert"

Wielrennen
donderdag, 03 juli 2025 om 14:15
milan
Lidl-Trek trekt met een bijzonder sterke ploeg naar de Tour de France, en wie naar de namen kijkt, ziet meteen: Jonathan Milan is dé renner voor dagsucces. De Italiaanse sprinter mikt op ritzeges, én mogelijk zelfs de gele trui op dag één. CyclingUpToDate en WielrennenUpToDate waren aanwezig op de persconferentie van de 24-jarige Milan, die onder meer sprak over zijn lead-out, de openingsetappes en zijn gedeelde leiderschap met Mattias Skjelmose en Thibau Nys.
Vraag: Wordt de openingsrit naar Lille zo zenuwslopend als we denken?
Antwoord: "Al kilometers voor de finish zal iedereen vooraan willen zitten om valpartijen te vermijden. Hopelijk blijven die uit, maar je voelt het nu al: het wordt een pure dragrace die erg vroeg zal beginnen. We moeten de hele dag op onze hoede zijn. Het wordt zonder twijfel een stressvolle dag. Veel sprintteams zullen naar ons kijken om het werk op te knappen, maar voor de sprint begint, komen we ook door veel open stukken. Als de wind zich laat zien, kan het verraderlijk worden. Dan spreken we misschien over waaiers… Dus ja, die laatste kilometers zijn belangrijk, maar de aanloop ernaartoe zeker ook. Het wordt sowieso een zware dag."
Vraag: Jullie willen dus als ploeg die dragrace aanvoeren?
Antwoord: "Zeker. Net als alle andere teams willen wij ook vooraan blijven."
Vraag: Hebben jullie de kracht en snelheid om die posities te houden?
Antwoord: "Dat denk ik wel, maar je kan onmogelijk tachtig kilometer lang aan de kop blijven. Ik verwacht dat het vroeg nerveus wordt. We krijgen grote open stroken, dan weer stedelijke passages… Het zal moeilijk zijn om constant vooraan te blijven. Misschien kunnen we samenwerken met een andere ploeg. We zullen zien hoe de situatie evolueert, afhankelijk van de wind."
Vraag: Mattias zei dat de ploeg zich op jou focust. Voel je daardoor extra druk?
Antwoord: "Natuurlijk voel je iets, maar het valt mee. Ik weet dat ik een ijzersterke lead-out voor me heb. Misschien wel de beste. Dat geeft rust. Als je jongens om je heen hebt die je blindelings kunt vertrouwen in de laatste kilometers, dan voel je minder druk. We proberen te doen wat we tot nu toe ook succesvol deden."
Vraag: Zie je jezelf als favoriet?
Antwoord: "Nee. Er zijn nog zóveel sterke mannen. Tim (Merlier), Jasper (Philipsen), Groenewegen… Veel sterke ploegen ook. Ik zie mezelf niet als enige topfavoriet."
Vraag: Wat vind je van het puntenklassement? Is de groene trui haalbaar voor een pure sprinter zoals jij?
Antwoord: "Het zal lastig zijn, zoals altijd. De verdeling van de punten – ook in pittige of bergachtige etappes – maakt het ingewikkelder voor ons sprinters. Misschien kan zelfs een klassementsrenner als Pogacar er nu aanspraak op maken."
Vraag: Denk je dat Van der Poel zich ook op dat klassement richt? Je reed onlangs tegen hem in de Dauphiné.
Antwoord: "Ja, hij gaat er zeker voor. En ik denk dat ook Jasper nog eens voor groen wil gaan. Van der Poel was indrukwekkend in de Dauphiné, vooral bergop. Hij zou wel eens een hoofdrol kunnen spelen."
Vraag: Ga jij zelf ook echt voor de groene trui, of wacht je de eerste dagen af?
Antwoord: "We gaan het zeker proberen. Maar groen komt niet van één dag. Je moet constant punten pakken en resultaten neerzetten. Als dat lukt, dan volgt dat klassement vanzelf. Natuurlijk is het een groot doel van deze Tour."
Vraag: Ga je ook voor de zwaardere sprintafwerkingen, of mik je enkel op vlakke ritten?
Antwoord: "Voorlopig richt ik me 100% op de vlakke sprints. Maar als ik me goed voel, wie weet. We bekijken het dag per dag."
Vraag: Hoeveel sprintkansen zie jij voor jezelf in deze Tour?
Antwoord: "Vijf of zes, schat ik."
Vraag: Droom je stiekem al van het geel op dag één of twee?
Antwoord: "Nee, dat niet. Het zou een droom zijn, een prachtig doel. Maar ik kijk echt dag per dag. Zaterdag is het eerstvolgende focuspunt."
Vraag: Kun je de gele trui vergelijken met de roze trui als Italiaan? Wat betekenen die truien voor jou?
Antwoord: "Ze zijn allebei even bijzonder. Voor mij zitten ze op hetzelfde niveau, qua waarde en emotie."
Vraag: Het is je eerste Tour, maar de slotrit is veranderd. Wat denk je daarvan als sprinter?
Antwoord: "Als sprinter had ik natuurlijk graag de traditionele Champs-Élysées gehad. Maar het wordt een speciale finale, dat maakt het ook interessant. Ik sprak met Jasper Stuyven – hij reed vorig jaar al op dit parcours tijdens de Olympische test. Hij zei dat het toen al zwaar was, en dat was maar met 90 renners. Nu met een dubbel peloton? Het wordt chaos. We gaan proberen er een massasprint van te maken, maar het wordt geen makkelijke dag."
Vraag: Wat zijn volgens jou de grootste verschillen tussen jou, Merlier en Philipsen?
Antwoord: "Ik ben langer (lacht)! Maar serieus: het hangt af van sprint tot sprint. Soms begin ik vroeger, haalt Tim me nog bij. Soms begin ik later en hou ik stand. Dit jaar heb ik nog niet vaak tegen hem gesprint, maar ik weet dat hij ook in topvorm is."
Vraag: Aan het begin van het seizoen zei je dat je minder met je schouders wilde bewegen tijdens de sprint. Is dat gelukt?
Antwoord: "Ik werk er veel aan, ook in de sportschool. Die bewegingen kosten veel energie en zijn slecht voor je aerodynamica. Het zijn maar twintig seconden inspanning, maar alles telt. Ik probeer daarin echt stappen te zetten."
Vraag: Ben je wat spiermassa kwijt? Je ziet er wat anders uit.
Antwoord: "Ik ben wat vet kwijt, ja. Zeker met het oog op de klimmetjes. Tijdens de Dauphiné en op hoogtestage ben ik een paar kilo kwijtgeraakt. Geen grote verschillen, maar het helpt wel om beter bergop te kunnen presteren."
Vraag: Denk je anders over de sprint van de openingsrit, met de gele trui in het achterhoofd?
Antwoord: "Voor mij blijft het een sprint zoals elke andere. Natuurlijk weten we wat er op het spel staat, maar ik wil het benaderen als een gewone finish. Anders maak je jezelf gek."
Vraag: Wat maakt jouw band met lead-out man Simone Consonni zo bijzonder?
Antwoord: "Onze relatie gaat jaren terug. Van de piste, van Tokio… Die vertrouwensband is heel sterk. We zitten nu altijd samen op de kamer. Maar ook met Jasper (Stuyven) en Edward (Theuns) vormen we een hechte groep. Dat is essentieel in een lead-out. Je moet elkaar blind kunnen vertrouwen in die laatste hectometers."
Vraag: In welke taal communiceren jullie?
Milan: "Met Simone spreek ik Italiaans, met de rest Engels. Op de radio is het natuurlijk ook Engels. Maar onderling schakelen we vlot, zelfs met 60 km/u!"
Vraag: Je bent nog maar net begonnen aan je eerste Tour. Merk je nu al dat het groter is dan al het andere?
Antwoord: "Zeker. Alles is groter, hectischer, indrukwekkender. Je noemde Jasper, Merlier… Ik voeg daar ook Groenewegen aan toe. En Girmay, uiteraard. Wout van Aert is ook een vraagteken. Maar ja, het zijn stuk voor stuk toprenners."
Vraag: Wat gebeurde er op het Italiaans kampioenschap?
Antwoord: "We waren maar met drie van mijn ploeg aan de start. Astana controleerde, tot ze ineens stopten en het een chaos werd. De jongens van de Swatt Club speelden het slim. Conca was gewoon de sterkste. Voor mij was het speciaal, want het was in mijn streek. Natuurlijk wilde ik meer, maar ik heb alles gegeven. Mijn vorm is goed en dat geeft vertrouwen voor de Tour."
Claps 0bezoekers 0

Net Binnen

Meest Gelezen