Als er iemand is die de absolute dominantie van
Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard in de
Tour de France van de afgelopen jaren kan doorbreken, dan is het zonder twijfel
Remco Evenepoel. Toch ligt er nog een flinke klus voor de jonge Belg om het verschil met de meervoudige geletruidragers te dichten.
“Alles verloopt volgens plan, maar voorbereiden op een wedstrijd als deze betekent voortdurend bijsturen en aanpassen. Je maakt geen strak plan en houdt je daar star aan vast. Dat geldt niet alleen voor onze ploeg; ik sprak ook met renners van andere teams in Tignes die hetzelfde zeiden,” vertelt
Soudal - Quick-Step ploegleider Klaas Lodewyck in gesprek met Wieler Revue over de aanpak van Evenepoel.
Lodewyck haalt vooral het recente succes van Evenepoel bij de Belgische kampioenschappen aan als een positief signaal. “Het was fantastisch om Remco vrijdag in de tijdrit te zien en zondag tijdens het wegkampioenschap. Misschien was hij zondag zelfs iets te dominant. Maar dat is natuurlijk beter dan met een slecht gevoel vroegtijdig afhaken.”
Hoewel Evenepoel zich in de afgelopen jaren onmiskenbaar als een van de grote sterren van het peloton heeft bewezen, staat hij in directe confrontaties met Pogacar meestal nog een klasse lager. “Dat geldt tegenwoordig trouwens ook voor Vingegaard en eigenlijk voor alle andere favorieten in deze koers,” relativeert Lodewyck. “Het peloton barst van het talent, maar er zijn een paar renners die net een tandje sterker zijn dan de rest. Dat is niet altijd leuk, maar het motiveert Remco om hard te blijven werken en hen op een dag te verslaan.”
“Niemand wil iets roepen, want het allerbelangrijkste is om op het podium in Parijs te staan. Je wilt niet vallen in de eerste week, waar zoveel factoren buiten je controle liggen. Een val is zo gemaakt,” benadrukt Lodewyck. “Maar als de kans zich voordoet, zullen we die zeker niet laten liggen. Vooraf voorspellen hoe we het gaan aanpakken, is gewoon onmogelijk.”
In de poging om Pogacar direct vanaf de start onder druk te zetten, zou Evenepoel zich mogelijk kunnen aansluiten bij een bekende rivaal:
Mathieu van der Poel. “We spraken er deze week nog over en vonden het goed dat die twee het met elkaar kunnen vinden, maar uiteindelijk is de Tour de France voor elke renner een individuele strijd,” zegt Lodewyck. “Toch zag je bij de eerste etappe van de Dauphiné dat Mathieu en Remco samen wilden blijven rijden. Hopelijk kunnen we zo’n situatie in ons voordeel gebruiken.”
“De dagen voorafgaand aan de Tour zijn altijd frustrerend voor zowel renners als staf,” besluit Lodewyck. “Het is de opbouw naar de grootste koers van het jaar en als je eenmaal start, weet iedereen wat zijn rol is. Nu is het vooral nog haasten en alles op tijd klaar krijgen. Maar wij zijn er helemaal klaar voor om te beginnen.”