Pauline Ferrand-Prévot schrijft geschiedenis in Parijs-Roubaix: “Een prestatie voor de eeuwigheid”

Het leek even alsof haar debuut in de Hel van het Noorden zou eindigen in mineur. Pauline Ferrand-Prévot ging onderuit op een van de beslissende kasseistroken van Paris-Roubaix Femmes. Maar wat volgde, tartte alle logica. De Française knokte zich terug in koers, haalde het peloton bij, en reed uiteindelijk iedereen uit het wiel. Op het meest brute decor van het vrouwenwielrennen pakte ze haar grootste wegzege tot nu toe — en dat terwijl haar echte doel elders ligt: de Tour de France Femmes.

“Wat een vertoning, absoluut schitterend,” jubelde Matt Stephens op TNT Sports' De Gruppetto, naast commentator Rob Hatch. “Een prestatie voor de eeuwigheid. Als ze deze vorm weet vast te houden tot de Tour, God verhoede wat daar gaat gebeuren.”

Het Franse publiek ging collectief uit z’n dak. De laatste thuiswinnaar in Roubaix? Frederic Guesdon in 1997 bij de mannen. “Frankrijk had dit nodig,” aldus Stephens. “Een overwinning als deze op eigen bodem, in zo’n mythische koers, is enorm voor het wielerhart van het land.”

Klassiek geweld versus klassementsdroom

Ferrand-Prévot keerde in 2025 terug naar het wegwielrennen na een decennium van dominantie in het veld, op de MTB en in het cross-countrycircuit. Sinds haar aansluiting bij Team Visma | Lease a Bike werkt ze doelgericht toe naar de Tour de France Femmes. Paris-Roubaix was slechts een tussenstop — maar wel eentje die ze volledig naar haar hand zette.

Stephens ziet het al helemaal voor zich: “Ze is ongeveer 54 kilogram, rijdt renners uit het wiel op vlakke wegen... Vertaal dat naar het hooggebergte en je weet: ze wordt een te duchten tegenstander in de Tour. Het is nu al indrukwekkend wat ze laat zien.”

Ferrand-Prévot zelf bleef opvallend nuchter na haar zege. “De Tour de France Femmes blijft mijn grootste doel,” klonk het in de mixed zone. “Ik wil daar echt op mijn allerbest zijn. We bouwen als team aan iets bijzonders. Het plan is om binnen drie jaar die gele trui te winnen.”