Parcours Critérium du Dauphiné 2025

Wielrennen
vrijdag, 06 juni 2025 om 10:36
profile criteriumdudauphine2025stage7
Van 8 tot 15 juni rijden de renners het Critérium du Dauphiné. Niet alleen is deze wedstrijd meestal de grootste voorbereding op de Tour de France, maar dit jaar zullen ook Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard én Remco Evenepoel aanwezig zijn. Hier vind je het parcours van de koers.  
Er zijn drie etappes in het hooggebergte, een heuvelachtige tijdrit en vier dagen die zowel geschikt zijn voor sprinters, klassiekers als ontsnappingen. Het is een koersweek die renners voorbereidt op de Tour.
Etappe 1: Domérat - Montluçon, 195,1 kilometer
Etappe 1: Domérat - Montluçon, 195,1 kilometer
De koers begint dit jaar met een verraderlijk geaccidenteerde openingsrit richting Montluçon. Op papier lijkt de etappe geen directe invloed te hebben op het algemeen klassement, maar het is precies zo’n finale waarin klassementsrenners al voorzichtig hun benen kunnen testen — of waarin een opportunist verrast. En wie weet: ook een sterke sprinter met inhoud kan hier zijn kans grijpen op het eerste geel.
De openingsrit telt maar liefst 195 kilometer, een lange dag in het zadel die gegarandeerd zijn tol zal eisen. Het sleutelpunt ligt in de slotfase: een explosieve klim van 600 meter aan gemiddeld 8%, die tweemaal moet worden overwonnen. De laatste keer ligt de top op 6,5 kilometer van de finish. Kort, steil, maar niet selectief genoeg om grote gaten te slaan — al is dat afhankelijk van het tempo en de durf van de favorieten.
De finale richting Montluçon loopt grotendeels bergaf, wat het moeilijk maakt om een renner die boven met voorsprong over de top komt nog terug te halen. Wordt het een sprint van een uitgedund peloton, een solo-overwinning of toch een vroege clash tussen klassementsmannen? De eerste etappe biedt genoeg ingrediënten voor een onvoorspelbare en zenuwslopende apotheose.
Etappe 2: Prémilhat - Issoire, 204,7 kilometer
Etappe 2: Prémilhat - Issoire, 204,7 kilometer
De tweede etappe verschilt niet drastisch van de openingsrit, al kent het parcours ditmaal een aanzienlijk zwaardere start. De eerste helft van de dag is bijzonder explosief, met talrijke beklimmingen die kunnen leiden tot een sterke ontsnapping. Die groep zou wel eens voor geel kunnen strijden — zeker gezien het profiel en de belangen in het vroege klassement.
De renners krijgen vandaag zo'n 2800 hoogtemeters te verwerken, waarvan het overgrote deel zich in de eerste koershelft bevindt. Het slot van de etappe is echter beduidend vlakker dan dat van gisteren, wat de kansen voor de sprinters vergroot — mits ze de lastige openingsfase overleven.
De zwaarste hindernis van de dag is een klim van 3,2 kilometer aan gemiddeld 7%, die de top bereikt op 55 kilometer van de meet. Nog altijd ver van Issoire, en voor de meeste sprinters die enige klimcapaciteiten bezitten, zou dit geen onoverkomelijk obstakel mogen zijn. Overleven ze deze fase, dan lijkt een massasprint opnieuw de logische uitkomst.
De finale richting Issoire is vlak, maar technisch uitdagend. Tussen kilometer 5 en 3 voor de finish wacht een afdaling met meerdere bochten — een passage die het peloton zal uitrekken en voor een hectische strijd om positie zal zorgen.
De laatste hindernis: een scherpe bocht op slechts 400 meter van de meet. Ideaal geplaatst voor chaos, maar ook voor een goed getimede lead-out. De sprintersploegen zijn gewaarschuwd: wie hier niet vooraan zit, speelt geen rol meer in de daguitslag.
Etappe 3: Brioude - Charantonnay, 206,9 kilometer
Etappe 3: Brioude - Charantonnay, 206,9 kilometer
De derde etappe vertoont ook veel gelijkenissen met de openingsdag, maar kent een zwaardere aanloop en een finale die net iets meer vraagt. Op papier is het opnieuw een dag waarin een ontsnapping succes kan hebben, maar de steile slotklim zou het scenario wel eens volledig kunnen openbreken. De finale lijkt rijp voor een tactisch steekspel.
Met 206 kilometer op het programma en liefst 3.000 hoogtemeters, wordt het een lange en veeleisende dag in het zadel. Het is niet per se een rit voor de klassementsrenners, maar de zwaarte van het parcours – vooral richting het einde – zal niet onopgemerkt blijven. De belangrijkste scherprechter is een korte maar venijnige klim van 1,2 kilometer aan gemiddeld 9,5%, die zijn top bereikt op 18,5 kilometer van de aankomst.
Wat volgt is een gevarieerd slot: een kort plateau, een technische afdaling, en een licht oplopende finale richting Charantonnay. Dat biedt kansen voor aanvallen uit een uitgedund peloton, zeker als er geen uitgesproken sprinter meer overblijft. Tactisch vernuft zal hier het verschil maken: het is zo'n etappe waarin de benen het werk doen op de klim, maar het hoofd beslist wie met de bloemen naar huis gaat.
Etappe 4 (ITT): Charmes-sur-Rhone - Saint-Peray, 17,4 kilometer
Etappe 4 (ITT): Charmes-sur-Rhone - Saint-Peray, 17,4 kilometer
De vierde etappe vormt het eerste echte ijkpunt voor het algemeen klassement: een individuele tijdrit van zeventien kilometer die meer vraagt dan pure aerodynamica. Het is een heuvelachtig parcours dat explosiviteit en tempowisselingen beloont, met halverwege een kort maar pittig obstakel dat een cruciale rol zal spelen in het klassement.
De scherprechter van de dag is een klim van 1,8 kilometer aan gemiddeld 8,5% – te kort voor een fietswissel, maar steil genoeg om grote verschillen te forceren. Hier zullen vooral de punchers en klimmers hun moment grijpen, terwijl de klassieke tijdritspecialisten op achtervolgen aangewezen zijn.
Na de top vlakt het parcours uit en kunnen de renners in een hoog tempo richting de meet snellen. Het wordt een inspanning van iets minder dan een halfuur, maar met potentieel beslissende gevolgen. Een dag waarop de eerste echte contouren van het klassement zichtbaar zullen worden.
Etappe 5: Saint-Priest - Mâcon, 183,1 kilometer
Etappe 5: Saint-Priest - Mâcon, 183,1 kilometer
De vijfde etappe van het Critérium du Dauphiné belooft opnieuw een uitdagende dag te worden, zij het zonder de zware bergritten die later in de week volgen. De openingsfase is vlak, maar daarna volgen een reeks glooiende beklimmingen die het tempo ongetwijfeld de hoogte in zullen jagen – en mogelijk het peloton op de proef stellen.
De beklimmingen van de dag – 6,7 kilometer aan 5,6% (op 75 kilometer van de streep), 4,7 kilometer aan 5% (nog 63 km) en 5,4 kilometer aan 4,6% (nog 28 km) – zijn niet extreem lastig, maar kunnen wel de benen testen van de zwaardere sprinters. Het zijn ideale springplanken voor sterke rouleurs of puncheurs die hopen het peloton te slim af te zijn.
Na de laatste klim volgt een lange, golvende aanloop naar Mâcon, waar de laatste kilometers volledig vlak verlopen. De finale is overzichtelijk, al zal een scherpe 180-gradenbocht op minder dan een kilometer van de meet ongetwijfeld voor wat nervositeit zorgen. Alles wijst op een sprint, maar wie er nog bij is in het peloton, zal grotendeels afhangen van het tempo op de heuvels.
Etappe 6: Valserhône - Combloux, 127,1 kilometer
Etappe 6: Valserhône - Combloux, 127,1 kilometer
Zoals traditiegetrouw krijgen de klimmers ook dit jaar voldoende kansen om zich te tonen. De komende dagen staan er drie aankomsten bergop op het programma, met als eerste een finish in Combloux – het decor waar Jonas Vingegaard in de Tour de France van 2023 een forse tik uitdeelde aan Tadej Pogacar. Dit keer is het opnieuw een aankomst boven, en eentje waar de eerste grote verschillen in het klassement kunnen ontstaan.
De etappe zelf is kort en relatief mild in aanloop, zoals alle bergritten in deze editie. De eerste noemenswaardige hindernis is de beklimming van de Mont-Saxonnex, een col van eerste categorie: 5,5 kilometer lang aan een pittige 8,6%. De top ligt op 50 kilometer van de meet, en hoewel het daar al tot schifting kan komen, zal het zwaartepunt van de etappe duidelijk op de slotklim liggen.
Daar wacht de fameuze Côte de Domancy, gevolgd door de finish in Combloux. Het is een aaneenschakeling van hellende meters die in totaal 8,7 kilometer klimmen opleveren aan een gemiddelde van iets meer dan 7%. Maar die cijfers zeggen niet alles: met name de openingskilometers zijn verraderlijk steil. De Domancy zelf kent 2,5 kilometer aan een gemiddelde van meer dan 9% – een explosieve klim waar versnellingen zwaar wegen en er nauwelijks ruimte is om het ritme te herstellen.
Na deze muur vlakt de weg iets af, maar de resterende kilometers tot aan Combloux blijven onregelmatig, met enkele steilere stroken die nog voor extra schade kunnen zorgen. Het wordt een etappe waar de pure klimmers zich zullen willen tonen – en waar het klassement ongetwijfeld een eerste serieuze vorm begint aan te nemen.
Etappe 7: Grand-Aigueblanche - Valmenier 1800
Etappe 7: Grand-Aigueblanche - Valmenier 1800
De koninginnenrit van deze Dauphiné laat niets aan de verbeelding over. Kort qua afstand, maar loodzwaar in profiel: drie Alpenreuzen wachten de renners op, en dit belooft een dag te worden waarop de pure klimmers zich kunnen onderscheiden en het algemeen klassement volledig herschikt kan worden.
De rit laat zich eenvoudig samenvatten: drie beklimmingen, drie afdalingen, en nauwelijks ruimte voor adempauze. De openingsklim is meteen een klassieker van formaat: de Col de la Croix de Fer. Deze mythische Alpenreus is maar liefst 24,7 kilometer lang aan een gemiddelde van 6%, en vormt de eerste echte test van de dag.
Na een technische en steile afdaling duiken de renners meteen de volgende klim in: de Col de la Madeleine. Korter, maar constanter en wellicht nog slopender. Over een afstand van 22,4 kilometer aan 7% stijgen de renners gestaag richting de top, al wordt het ritme halverwege even onderbroken door een vlakker stuk.
De afdaling van de Madeleine is lang en brengt het peloton naar de aanloop richting de slotklim: Valmeinier 1800. Hoewel de kortste van de drie reuzen, is dit zeker geen eenvoudige beklimming. Met 16,2 kilometer aan 6,8% stijging belooft deze slotklim allesbehalve vergevingsgezind te zijn. De aankomst op hoogte, op 1800 meter, zal ongetwijfeld zorgen voor forse tijdsverschillen.
Etappe 8: Val d'Arc - Plateau du Mont-Cenis, 133,5 kilometer
Etappe 8: Val d'Arc - Plateau du Mont-Cenis, 133,5 kilometer
De achtste en laatste etappe mag dan iets minder bar zijn dan de voorafgaande bergritten, een rustige afsluiter wordt het allerminst. De laatste 133 kilometer voeren vrijwel onafgebroken bergop, wat in combinatie met de opgebouwde vermoeidheid en de hoogte van de slotklim toch voor een stevige uitdaging zorgt.
De openingsfase van de rit telt meteen twee gecategoriseerde beklimmingen. Die moeten de ruimte bieden voor de vorming van de vroege vlucht, alvorens het peloton zich opmaakt voor het zwaartepunt van de dag: drie opeenvolgende 'opwarmklimmen' richting de flanken van Mont-Cenis. Het gaat om beklimmingen van 6,7 kilometer aan 6,7%, 2,5 kilometer aan 7,5% en 6,3 kilometer aan 6,1% – met de laatste top op 32 kilometer van de finish. Geen afdaling volgt, enkel een golvende aanloop naar het slotstuk.
De finale klim richting Mont-Cenis zelf is er een om rekening mee te houden. De klim telt 9,7 kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7%, en dat alles boven de 2.000 meter hoogte. De top ligt op vijf kilometer van de meet, waarna het parcours vlak blijft en langs het stuwmeer slingert richting de finishlijn.
Claps 0bezoekers 0

Net Binnen

Meest Gelezen