Remco Evenepoel is officieel begonnen aan zijn aanloop naar de
Tour de France 2025. De Belgische kopman van Soudal – Quick-Step bevestigde dit weekend dat hij zich nu volledig richt op juli, en zette die intentie kracht bij met een eerste trainingsrit van 70 kilometer op zaterdag. Daarmee is de voorbereiding gestart op wat wellicht één van de meest beladen en veelbesproken edities van de Tour in jaren wordt.
"Mijn Tour-voorbereiding is nu echt begonnen," verklaarde Evenepoel na een welverdiende week rust, volgend op een competitierijke terugkeer naar het peloton.
Het voorjaar van de voormalige wereldkampioen kende de nodige hobbels. Een aanrijding met een busje tijdens een trainingsrit in december gooide zijn winterplanning volledig overhoop. Pas in april kon hij zijn seizoen hervatten, met veel vraagtekens over zijn vormpeil. Maar die twijfels wist hij snel te doen verdwijnen.
Zijn comeback begon indrukwekkend: een zege in de Brabantse Pijl ten koste van Wout van Aert, gevolgd door een knappe derde plaats in de Amstel Gold Race, waarin hij erin slaagde een aanval van
Tadej Pogacar te neutraliseren – een zeldzaamheid in het hedendaagse wielrennen.
Zijn prestatie in Luik-Bastenaken-Luik – een koers die hij al twee keer won – was iets behoudender, wat erop wees dat de topvorm nog niet helemaal terug was. Maar hij herpakte zich snel met een ritzege in de Ronde van Romandië, waarmee hij zijn voorjaar toch in stijl afsloot.
Alle ogen op juli
Met zijn focus nu volledig op de Tour, staan er in de aanloop nog twee belangrijke data op het programma: de Belgische nationale kampioenschappen. Op 27 juni rijdt hij de tijdrit in Brasschaat, gevolgd door de wegrit in Binche op 29 juni. Deze wedstrijden zullen dienen als laatste krachtmetingen én vormindicatoren voor de grote ronde.
Evenepoel debuteerde vorig jaar op indrukwekkende wijze in de Tour de France, met een derde plaats in het eindklassement, een ritzege, de witte trui én, later dat jaar, dubbel Olympisch goud en een nieuwe wereldtitel tijdrijden. Een historisch seizoen waarmee hij definitief zijn naam vestigde in het rijtje der groten.
De grote vraag luidt nu: kan hij in 2025 die prestatie evenaren of zelfs overtreffen? En misschien nog uitdagender: kan hij het niveau van Pogacar en Vingegaard benaderen – of overstijgen?
De signalen zijn voorzichtig positief. Het vermogen om Pogacar partij te geven in de Amstel, een rit te winnen in Romandië en competitief te blijven ondanks een vertraagde seizoensstart wijzen op een rennershart dat weer sneller klopt.
De komende weken – met stages, kampioenschappen en een hernieuwde focus – zullen beslissend zijn voor zijn vorm. Eén ding is zeker: met Evenepoel op koers wordt de strijd om het geel spannender dan ooit.