Lotte Kopecky over gemiste kans bij Amstel Gold Race Ladies: "We hebben ons allemaal laten verrassen"

De Amstel Gold Race Ladies blijft vooralsnog buiten bereik voor Lotte Kopecky. De wereldkampioene werd zondag verrast in een vroege beslissende fase van de koers en eindigde uiteindelijk als 34e. Toch bleef ze opvallend rustig aan de finish en richtte ze de schijnwerpers op haar ploeggenote Mischa Bredewold, die de wedstrijd op haar naam schreef.

“Ik had er zelf bij kunnen zijn en dan was het misschien een ander verhaal geweest, maar ik ben vooral blij dat we het goed hebben afgemaakt met het team,” verklaarde Kopecky bij Sporza.

De wedstrijd was al in volle ontbranding nog voor de live-uitzending goed en wel begonnen was. Een vroeg offensief op zo’n 60 kilometer van de streep bepaalde het verdere koersverloop. “Je wilt een race, dan krijg je een race,” zei Kopecky met een knipoog. “Maar het is natuurlijk niet mijn schuld dat je het niet hebt gezien.”

De aanval waaruit uiteindelijk de winnende beweging ontstond, kwam op een onverwacht moment. “Een grote groep sprong weg met Mischa (Bredewold) en Kata (Blanka Vas). Even later reed ook een groep met Lorena (Wiebes) ernaartoe. We zaten er met drie rensters bij – ideaal voor ons. Het gat werd snel groot en het was aan de andere ploegen om het te dichten,” aldus Kopecky.

Hoewel ze erkende dat ze zelf ook mee had kunnen schuiven, toonde ze zich vooral trots op het collectieve resultaat van SD Worx-Protime. “Ik hoorde het via de oortjes en dacht: ‘Ah nee, we hebben niemand bij dat trio.’ Maar Mischa moet echt heel sterk geweest zijn.”

Over de 23-jarige Bredewold had ze niets dan lof: “Ze is een jonge renster die snel stappen zet. Binnen ons team moet ze haar eigen kansen creëren, en dat doet ze vandaag perfect. Ze haalt eruit wat erin zit, en dat houdt de sfeer goed.”

Voor Kopecky zelf was het vooral zaak om vertrouwen op te doen richting de volgende koersen. “Het gevoel was goed, en dat is voor mij nu het belangrijkste. We zijn als favorieten een beetje verrast, dat is duidelijk. Er zat iemand van elke ploeg mee, en dan weet je dat iedereen naar elkaar gaat kijken.”