In
Milano-Sanremo was het dit jaar een strijd tussen drie
renners:
Tadej Pogacar,
Mathieu van der Poel en Filippo Ganna. Van der Poel was
uiteindelijk degene die als eerste over de streep kwam, gevolgd door Pogacar.
Ook
Lance Armstrong was erg onder de indruk van de koers. In zijn podcast
THEMOVE sprak hij vol lof voor de Nederlander.
"Mathieu van der Poel, geweldig", begon de Amerikaan over de
Alpecin-Deceuninck-renner. "De verwachting was dat Tadej Pogacar Milano-Sanremo
zou gaan winnen. Maar toen Pogacar alles en iedereen wist te lossen, leek het
alsof Van der Poel nog met de vingers in de neus rondreed. Zag je zijn gezicht
op dat moment?”, vroeg Armstrong zich af in zijn podcast.
Johan Bruyneel, voormalig
ploegleider van de Amerikaan, was te gast in de podcast, maar hij vond dit te
vergezocht. "Ook Mathieu reed op dat moment op zijn limiet", reageert de Belg
glimlachend.
Toch zegt Bruyneel dat we een hele sterke Van der Poel hebben
gezien. “Pogacar ging aan op drie kilometer van de top van de Cipressa. Hij
deed precies wat hij moest doen, ook op de Poggio. Van der Poel bleek echter
nog in staat om een counter te plaatsen, net zoals twee jaar geleden. Toen hij
de Cipressa wist te overleven met Pogacar, wist ik al zeker dat hij mee kon op
de Poggio”, vat de Belg kort samen.
Armstrong merkt op dat Milano-Sanremo tegenwoordig op een hele
andere manier wordt gereden dan vijftien jaar geleden. “Pogacar slaagt erin om
de klassiekers opnieuw uit te vinden, met zijn aanpak van aanvallen,
herstellen, aanvallen, herstellen. Het werd zo een totaal andere wedstrijd, een
andere Milano-Sanremo. Normaal werd de koers beslist in dezelfde
vijfhonderd meter, de laatste meters van de Poggio. Maar Pogacar pakt het
helemaal anders aan.”