Johan Bruyneel kritisch op INEOS Grenadiers: "Vroeger waren ze roofdieren, nu zijn het huishonden"

Wielrennen
zaterdag, 21 juni 2025 om 12:00
johan bruyneel opinion ciclismo
In de nieuwste aflevering van 'The Move' analyseerden Johan Bruyneel en Spencer Martin op vlijmscherpe wijze het algemeen klassement van de Ronde van Zwitserland 2025 en richtten ze hun pijlen op enkele opvallende ontwikkelingen binnen de internationale wielerwereld. De rode draad: Joao Almeida's indrukwekkende vorm, de doorbraak van Kevin Vauquelin en wat Bruyneel omschreef als 'verbazingwekkende' beslissingen van de UCI.
Met nog twee etappes te gaan in de Zwitserse rittenkoers leek Joao Almeida op koers voor een klinkende overwinning. "Hij is zonder twijfel de beste renner daar en in topvorm", stelde Bruyneel, die vooral lof had voor de aanvallende koersstijl en uithoudingsvermogen van de UAE Team Emirates - XRG-kopman. Ondanks een achterstand van 39 seconden op leider Kevin Vauquelin (Arkea – B&B Hotels), werd Almeida als topfavoriet beschouwd voor de slotrit bergop en de afsluitende klimtijdrit.
"Zonder die pech in de eerste etappe had hij deze koers waarschijnlijk met overmacht gewonnen", klonk het. Goed nieuws ook voor Tadej Pogacar, die in de Tour op Almeida als luxeknecht kan rekenen.
Bruyneel wees op Almeida's ritzege in etappe 4 als bewijs van zijn overmacht. "Wat hij daar deed… aanvallen op drie kilometer van de top, en dan 40 kilometer solo voorop blijven, dat is groots", zei hij. Martin prees vooral het vermogen van de Portugees om 'het hele peloton pijn te doen' – een kwaliteit die volgens hem enkel voorbehouden is aan de absolute top.
Toch zag Bruyneel nog ruimte voor verbetering in de vijfde rit, waarin Almeida volgens hem beter had kunnen inspelen op de situatie: "Als hij daar tien seconden had laten schieten en was meegegaan met dat groepje, had hij een veel grotere kloof geslagen."
Almeida lijkt een belangrijke rol te gaan spelen in de Tour de France
Almeida lijkt een belangrijke rol te gaan spelen in de Tour de France
De revelatie van de week is ontegensprekelijk Kevin Vauquelin. De jonge Fransman, die zijn gele trui dankt aan een vroege ontsnapping, wist zijn leidersplaats te behouden met sterke prestaties in het hooggebergte en in de tijdrit. "Ik heb echt een hoge dunk van Vauqueli",” aldus Bruyneel. "Hij klimt sterk, rijdt een goede tijdrit en blijft kalm onder druk. Hij rijdt gewoon naar het podium."
Martin stelde zich wel de vraag hoe lang Vauquelin stand kan houden tegen de verwachte slotoffensieven van Almeida. De aankomst van rit 7, vier kilometer aan 8%, moet de Portugees minstens 15 à 20 seconden opleveren, zo voorspelde hij. De ultieme beslissing valt in de klimtijdrit over 9 kilometer aan 8 tot 10%. "Almeida zal een topdag nodig hebben", concludeerde Bruyneel. "Maar als hij die heeft, wint hij de Ronde van Zwitserland – zij het nipt."
Het duo liet ook zijn licht schijnen op INEOS Grenadiers, temeer daar geruchten de ronde doen dat Vauquelin de overstap zou maken naar de Britse formatie. Bruyneel was onverbloemd: "Ze hebben vijf tot zeven renners die als instituut binnen die ploeg gelden, onaantastbaar. En of ze nog presteren of niet, lijkt er niet toe te doen."
Volgens Martin werkt de structuur van de ploeg contraproductief voor jonge talenten: "Het lijkt wel alsof bepaalde renners als planeten fungeren, met alles wat daaromheen draait." Bruyneel vulde aan: "INEOS moet opnieuw hongerig worden. Nu zijn het huishonden, vroeger waren ze roofdieren."
Een mogelijke oplossing? Het oprichten van een eigen U23-team. "Wil je echt vroeg bij talent zijn, dan moet je een eigen opleidingsstructuur bouwen", klonk het resoluut.
Het scherpste venijn bewaarde het duo voor de UCI. De recent voorgestelde testfase met versnellingsbeperkingen – bedoeld om de maximale afgelegde afstand per pedaalslag te beperken tot 10,4 meter – stuitte op felle kritiek. Vooral de impact op bestaande aandrijfsystemen, zoals die van SRAM, baart zorgen.
"Het is verbijsterend dat de UCI zoiets beslist zonder overleg met fabrikanten of teams", zei Bruyneel. "Sommige ploegen komen in de problemen, en ik ken zelfs iemand die failliet gaat omdat hij miljoenen investeerde in een innovatief stuur."
Ook het voornemen om stuurbreedtes te standaardiseren kreeg ervan langs. Volgens Bruyneel treft dat vooral kleinere renners en vrouwen: "Wie gewend is aan een stuur van 38 mm, rijdt anders in het peloton. Nu worden ze verplicht op 40 mm, en denken ze ruimte te hebben die er niet is. Dat is gewoon gevaarlijk."
Volgens het duo komt een groot deel van de veiligheidsmaatregelen niet vanuit de rennerscommissie, maar via een 'Franse driehoek' van invloedrijke figuren: ASO-baas Christian Prudhomme, FDJ-ploegleider Marc Madiot en UCI-voorzitter David Lappartient. "Ze zeggen dat het SafeR is, maar de lijnen worden uitgezet door dat trio", aldus Bruyneel.
Het meest emotionele moment van de uitzending was de terugblik op Quinn Simmons' indrukwekkende solozege in etappe 2. De Amerikaan droeg zijn ritzege op aan Gino Mäder, precies twee jaar na diens fatale valpartij, waarbij Simmons zelf betrokken was. "Dat was echt indrukwekkend", zei Bruyneel. "Hij reed 430 watt over 36 minuten – bijna 6 watt per kilo. Dat is buitenaards."
Martin benadrukte het mentale aspect: "Hij keek voortdurend achterom, alsof hij elk moment ingerekend kon worden. Maar hij bleef gaan."
Tot slot keerde het gesprek terug naar het thema veiligheid. Martin stelde: "Misschien moeten we renners gewoon trager laten rijden." Bruyneel reageerde gelaten: "Wat we ook zeggen, het maakt niet uit. De UCI trekt zich er niets van aan."
Claps 0bezoekers 0

Net Binnen

Meest Gelezen