Jasper Stuyven is klaar voor Parijs-Roubaix: "Een van de weinige koersen die ik bij wijze van spreken met mijn ogen dicht kan rijden"

Etappe 5 van de Tour de France 2022 zal voor altijd in het collectieve geheugen van wielerliefhebbers gegrift staan. Een dag vol chaos, valpartijen en karakter. Primoz Roglic vloog tegen een strobaal en zag zijn klassementsambities in rook opgaan, terwijl Jonas Vingegaard verwikkeld raakte in een van de meest chaotische fietswissels in jaren. Toch werd de schade beperkt — mede dankzij de onbaatzuchtige krachttoer van Wout van Aert.

Wat velen echter vergeten, is dat diezelfde dag een jong talent genaamd Tadej Pogacar liet zien dat hij zich ook op de Noord-Franse kasseien meer dan thuis voelt. Samen met Jasper Stuyven denderde hij over de vlakke hellewegen, los van het peloton, en schreef hij kostbare seconden op zijn naam. Drie jaar later staan de Sloveen en de Belg opnieuw oog in oog met het beest dat Parijs-Roubaix heet.

Lees ook

VIDEO: Wout van Aert ontsnapt aan valpartij tijdens verkenning van Parijs-Roubaix

"Het verbaasde me eerlijk gezegd niet om hem daar bij mij te zien", blikt Stuyven terug in een interview gedeeld door de organisatoren. "Hij kan alles. En dit weekend is hij absoluut een serieuze kanshebber." De renner van Lidl-Trek verkeert zelf ook in uitstekende vorm. Een vijfde plaats in de Ronde van Vlaanderen, te midden van toppers als Van der Poel, Van Aert en Pedersen, bewijst dat Stuyven klaar is voor meer.

"Roubaix is een van de weinige wedstrijden die ik bij wijze van spreken met mijn ogen dicht zou kunnen rijden", zegt hij met een knipoog. “We hebben geëxperimenteerd met banden, wielen — alles moet kloppen. Gelukkig levert het team uitstekend werk om ons het beste materiaal te geven."

Voor een ervaren hardrijder als Stuyven zijn dit de koersen waar hij in uitblinkt. Eerder won hij al Milano-Sanremo, werd hij vierde op het WK in Leuven en verzamelde hij talloze ereplaatsen in klassiekers. Nu hoopt hij dat zijn benen hem opnieuw richting glorie kunnen brengen. Samen met landgenoot Mads Pedersen vormt hij een levensgevaarlijk duo dat tactisch kan inspelen op de favorieten.

En Roubaix? Dat is een koers apart. Een koers waarin de zwaarste renners — letterlijk en figuurlijk — tot hun recht komen. "Ik ga in Roubaix voor een setup met een enkel voorblad. In Vlaanderen gebruikte ik die niet, maar hier is dat wel logisch. Je hebt geen kleinere versnellingen nodig, enkel brute kracht. De ketting ligt vast, schakelt betrouwbaar, en dat past bij mijn stijl van koersen."

Zijn belangrijkste advies voor de kasseien? "Je mag je momentum niet verliezen. Als je moet herstarten, dan is het echt shit. Je moet constant anticiperen, alert zijn voor uitstekende stenen of gaten in het wegdek."

Stuyven weet wat het is om Roubaix te overleven. Hij stond al driemaal in de top tien en werd in 2017 knap vierde. Nu lonkt het podium, of meer. "Elke klassieker is een mentaal gevecht, maar Roubaix steekt erbovenuit. Je moet van begin tot eind geconcentreerd zijn. Ik probeer met de juiste focus en topbenen aan de start te verschijnen. En als alles klopt… dan kan het zomaar jouw dag worden."

Lees ook

Mathieu van der Poel rijdt 'Hel van het Noorden' op een speciale fiets: "De 15-jarige ontwikkeling is nauw verbonden met Parijs-Roubaix"