INTERVIEW | “Wat in het wielrennen sterk is veranderd, is de voeding, zonder twijfel” – Een van de WorldTour-veteranen over de grote veranderingen die hij heeft gezien

Nelson Oliveira is 36 jaar en maakt sinds 2011 deel uit van het WorldTour-peloton. Met 22 Grote Ronden en 19 monumenten op zijn palmares; ritwins in Grand Tours, nationale titels en toptijden over meer dan een decennium in het peloton, heeft hij velen zien komen en gaan. In woorden aan CyclingUpToDate legt de Portugese renner uit wat volgens hem het meest is veranderd, zijn ambities met Movistar Team tot en met 2026 en welke races hij volgend seizoen zal rijden.

In 2026 zal hij opnieuw de enige Portugese renner van de Spaanse ploeg zijn, na het vertrek van Ruben Guerreiro. Oliveira is echter een vaste waarde bij Movistar, sinds 2016 onderdeel van de ploeg toen hij al een toprenner was – aangetrokken enkele maanden na een ritzege in de Vuelta a España. Veel renners kwamen en gingen, maar hij bleef.

“Nee, ik denk niet dat het anders zal zijn. We veranderen altijd, er zijn nieuwe renners – het zal hetzelfde zijn, maar anders,” vertelde hij na de ploegpresentatie in Valencia. “Ik denk dat er een groep jonge, ambitieuze renners is die hun waarde wil tonen. Ik denk dat de nieuwkomers heel goed zullen inpassen, en dat ze zich heel goed zullen voelen.”

Oliveira reed voor de ploeg in de periode dat er om Tour de France-zeges werd gestreden, met renners als Nairo Quintana, Alejandro Valverde, Mikel Landa en Miguel Ángel López – allen vertrokken, al keerde Quintana de afgelopen jaren terug.

“Ik voel een grote dankbaarheid richting de ploeg, ik heb altijd gezegd dat ze deel uitmaakt van mijn familie. Ze hebben me altijd geholpen, ik kan deze ploeg alleen maar bedanken voor al deze jaren en voor het hier voortzetten.” Van een einde is nog geen sprake. “Voorlopig heb ik twee jaar contract. Ik zal proberen maximaal te genieten van deze twee jaren die ik heb. Ik weet niet wat de toekomst brengt, en daar wil ik niet aan denken. Als het moment komt, komt het. Ik zal me aanpassen en blijf koersen.”

De 36-jarige begint zijn seizoen in Spanje en werkt een zeer druk programma af in de eerste anderhalve maand. “Waarschijnlijk hier in Castellón (de nieuw gecreëerde GP de Castellón, red.). Daarna ga ik naar Mallorca (waar hij bevestigt in elk geval deel te nemen aan de nieuwe ploegentijdrit, red.), en waarschijnlijk de Volta a Valencia, en vervolgens Parijs-Nice.” De routinier bevestigde ook dat hij na de Volta a Comunitat Valenciana in Portugal, zijn thuisland, zal rijden. Zeker in de Volta ao Algarve, mogelijk ook in de Figueira Champions Classic.

“Ja, ik zal proberen wat drukker te zijn. Dit jaar was wat atypisch, ik had minder koersen dan de vorige jaren maar waarschijnlijk heeft mijn lichaam dat gewaardeerd. Ik voelde me er altijd beter bij, ik denk dat wedstrijden me helpen om wat vorm op te bouwen. Ook al train ik veel, de koersen geven me altijd een extraatje. Ik hoop dat het rendeert.”

Terwijl Cian Uijtdebroeks zijn intentie uitsprak om de Tour de France te rijden, en er sterk op wordt gehint dat Enric Mas de Giro d’Italia zal betwisten, heeft ook Oliveira beslist op welke Grote Ronde hij dit seizoen focust. “In principe rijd ik de Giro. En daarna weet ik het niet,” waarmee hij de deur openlaat voor de tweede seizoenshelft.

Na generaties renners te hebben zien opkomen en verdwijnen, heeft Oliveira in anderhalf decennium op het hoogste niveau veel gezien. Wat is er het meest veranderd? “Er is veel meer nervositeit,” antwoordde hij. “Er is veel meer druk, er is veel meer media-aandacht. En wat in het wielrennen enorm is geëvolueerd, is de voeding, zonder twijfel.”

De voeding is compleet anders, en hij vertelt dat iedereen bij Movistar moet aansluiten bij de huidige voedingsstandaarden in het peloton. Het ‘magische’ getal van 120 gram koolhydraten per uur is niet alleen voor de allerbesten, maar voor iedereen, van kopmannen tot knechten.

“Zoals iedereen. Het is compleet anders,” vergelijkt hij. Dit sleutelonderdeel zit achter veel prestatieverbeteringen van de laatste jaren, en zelfs de veteraan moest zich aanpassen aan de moderne methodes. “De voedingsdeskundigen bestuderen iets en zij vertellen ons wat we wel en niet moeten eten.”