De weergaloze manier waarop
Tadej Pogacar in Kigali zijn regenboogtrui met succes verdedigde, heeft de discussie over zijn plaats in het wielerpantheon verder doen oplaaien. Voor TNT Sports-analisten
Adam Blythe en Dani Rowe is de conclusie echter helder: de Sloveen is nu al de beste renner die de sport ooit heeft gekend.
“Hij is nu al de grootste. Verreweg,”
stelde Blythe na Pogacars nieuwste demonstratie over lange afstand. “In de tijd van
Eddy Merckx was het een ander wielertijdperk. Nu is alles zo gespecialiseerd: je bent óf een Tour de France-renner, óf een klassiekerspecialist, óf een sprinter. Hij kan alles. Letterlijk alles.”
“Merckx kon dat ook, maar dat was in een tijd waarin iedereen alles reed. Deze jongen neemt het op tegen de Tour de France-top, hij strijdt met de allerbeste klassiekerspecialisten – niet alleen de huidige toppers, maar de besten van de afgelopen decennia, zoals Mathieu van der Poel – en hij klopt ze,” vervolgde de voormalige Britse kampioen. “Voor mij is hij de beste renner die ooit heeft geleefd. Ik denk niet dat we in mijn leven nog iemand zoals hem zullen zien.”
Palmares dat de verbeelding tart
Het is een gewaagde uitspraak, maar Pogacars erelijst geeft Blythe en Rowe alle reden tot lof. Nog maar 25 jaar jong heeft de Sloveen al vier keer de Volta a França gewonnen, één keer de Volta a Itália, tweemaal de regenboogtrui veroverd en Monumenten op zijn naam staan in Vlaanderen, Luik en Lombardije, naast een indrukwekkende reeks podiumplaatsen in zowat alle grote koersen.
Dani Rowe wijst vooral op de ongeëvenaarde consistentie. “Het is ongelofelijk. Elk jaar zeggen we dat we geen superlatieven meer hebben, en nu zijn ze echt op. 105 profzeges – en dat zijn niet zomaar ritten in kleinere wedstrijden, maar zeges in de grootste koersen ter wereld.”
Waar veel renners zich noodgedwongen beperken tot één specialisme, domineert Pogacar het hele wielerseizoen. Hij jaagt in juli op geel, piekt in de eendaagse monumenten en pakt nu al twee jaar op rij de wereldtitel met gedurfde langeafstandsoffensieven.
De lat voor iedereen hoger
Blythe benadrukt dat Pogacars impact verder reikt dan zijn eigen palmares. “Iedereen heeft zich moeten verbeteren. Niet alleen in de Volta a França, niet alleen in de klassiekers, maar overal. Het niveau waarop hij twee of drie jaar geleden al stond, daar proberen de anderen nu pas bij te komen. Hij heeft het wielrennen totaal veranderd. Hij is een fenomeen. Zelfs zonder die trui is hij de beste van de wereld. Hij is de maatstaf waaraan iedereen zich spiegelt.”
Pogacars zege in Kigali onderstreepte dat opnieuw. Met een aanval meer dan honderd kilometer voor de finish dunde hij het peloton uit tot stof op de Monte Kigali, waarna hij Remco Evenepoel in de sprint klopte. Slechts dertig renners haalden de finish, terwijl de Sloveen opnieuw een ongeëvenaarde mix van bravoure, uithoudingsvermogen en tactisch vernuft etaleerde.
Nieuwe standaard in het moderne wielrennen
Eddy Merckx blijft de referentie door het pure aantal overwinningen, maar de analyse van Blythe en Rowe maakt duidelijk hoe de sport is geëvolueerd. De huidige kalender is langer, de concurrentie dieper en de specialisatie groter – en toch doorbreekt Pogacar al die barrières om overal te winnen.
Of hij Merckx ooit numeriek zal overtreffen, is onzeker. Maar dat hij in Kigali zijn status als toonaangevende renner van zijn generatie bevestigde – en misschien wel, zoals Blythe stelt, de grootste aller tijden is – staat buiten kijf.