Soudal - Quick-Step verschijnt dit weekend met een ijzersterke selectie aan de start van het Belgisch kampioenschap. De ploeg van Patrick Lefevere heeft meer dan één troefkaart in handen, maar zal diep moeten gaan om de nationale driekleur opnieuw in het eigen kamp te krijgen.
Met sprinter Tim Merlier heeft de ploeg een uitgelezen kanshebber voor een mogelijke massasprint, terwijl
Remco Evenepoel de vrijheid krijgt om zijn eigen koers te rijden—mocht de situatie daarom vragen.
“Ik denk dat ik voldoende hersteld ben van de tijdrit van vrijdag,” vertelde Evenepoel vanochtend aan Het Laatste Nieuws. “Het is waarschijnlijk maar goed dat die tijdrit vrijdag was en niet donderdag. Zo kon ik het wedstrijdritme behouden.”
Een zware koers zou de troeven van Evenepoel alleen maar in de hand spelen. Toch zal hij afhankelijk zijn van de koersdrift van andere teams, want het parcours in Binche is op papier niet bijzonder selectief. De lengte, meer dan 230 kilometer, zou echter wel eens het verschil kunnen maken in het slot. “Het hangt een beetje af van hoe de andere ploegen de koers openen,” legt Evenepoel uit. “Met Tim (Merlier) zijn we voorbereid op een sprint, maar ook als het een harde finale wordt, zijn we klaar. In beide scenario’s kunnen we meestrijden voor de overwinning.”
In het geval van een sprint zal Merlier het vermoedelijk moeten opnemen tegen klasbakken als Jasper Philipsen, Jordi Meeus en titelverdediger Arnaud De Lie. Maar Evenepoel heeft zijn zinnen gezet op meer dan enkel knechtenwerk.
Hij koos er bewust voor om af te zakken naar België, in plaats van enkele extra dagen op hoogtestage te blijven. “In welk scenario maak ik de meeste kans op de titel? Als ik solo binnenkom, uiteraard,” knipoogt hij. “Ik sta hier aan de start met maar één doel: deze koers winnen.”