Jasper Philipsen heeft zich de afgelopen jaren ontpopt als misschien wel de meest succesvolle sprinter in het hele peloton. Nu heeft de vader van de Belgische ster verteld over de geheimen van het succes van zijn zoon.
"Ik heb nooit gedacht dat Jasper de snelste sprinter was. Maar ik denk wel dat hij de beste is in het innemen van een positie," begint Patrick Philipsen in gesprek met HLN, waarbij hij landgenoot
Tim Merlier noemt als een goede meetlat. "Als je Jasper en Merlier tegen elkaar laat sprinten op straat, dan denk ik dat Merlier wint. Maar als het een race is en chaotisch, dan wint Jasper, denk ik."
Op de
EK van 2024, aanstaande zondagmiddag, zullen Philipsen en Merlier samenwerken in de sprint voor België. "Als je langzaam bent, kun je geen sprint winnen, maar het gaat ook om snel denken", vervolgt de vader van de Alpecin-Deceuninck-ster. "Ik denk dat Jasper nog steeds denkt, ja. Het is geen geval van verstand op nul bij hem. Hij maakt echt nog keuzes: nu blijf ik zitten, nu neem ik dit wiel, nu doe ik dat... Ik denk dat hij daar heel goed in is.".
Terwijl Philipsen bij Alpecin-Deceuninck in de leadouts vaak wordt geholpen door wereldkampioen Mathieu van der Poel, zijn de twee grote vrienden aanstaande zondag in Limburg rivalen in de strijd om de Europese titel. "We moeten het niet onder stoelen of banken steken: hij heeft ook het geluk dat de puzzelstukjes op hun plaats vallen. Als je een lead-out als Mathieu van der Poel hebt, is de rest vaak al geklopt voordat het echt begint", zegt Patrick Philipsen over de dynamiek tussen zijn zoon en de Nederlandse superster. "Dat is ook deels de verdienste van Jasper. Mathieu zegt altijd: 'Met Jasper hoef ik niet achterom te kijken, want hij zit toch in mijn wiel. Bij Merlier moest ik achterom kijken om te zien of hij er nog was.'"
"Jasper is niet handig, nee, maar hij kan wel goed sturen. Persoonlijk denk ik dat hij in dat opzicht een van de besten van het peloton is. Hij valt niet veel en kan zich door een klein gat wurmen. Daar heeft hij ook kritiek op gekregen. Vorig jaar in de Tour, dit jaar in de Tour, aan het begin van dit seizoen ook," besluit Philipsen Sr. "Ik denk dat er meestal een omstandigheid is die verklaart waarom iets gebeurt. Niets schrikt hem af. En dat mag ook niet, want als je in een sprint op de rem trapt, is het over en uit."