Het wielrennen zoals we het kennen, is in 2025 onherkenbaar veranderd. Waar vroeger renners met beperkte middelen hun eigen materiaal meesleepten en ploegen zich vooral met passie en creativiteit door het seizoen sleepten, domineren tegenwoordig mega-infrastructuren en miljardenbudgetten het professionele peloton.
Makelaar Dries Smets, die veel teams en renners begeleidt, schetst een duidelijk beeld van de omvang van die transformatie in een gesprek met Het Nieuwsblad. “Ik denk niet dat kleinere teams per se de strijd verliezen,” stelt Smets, “maar de budgetten om aan de top mee te doen zijn de afgelopen jaren enorm gestegen.”
Waar een decennium geleden een bedrag van 20 tot 25 miljoen euro volstond om een Grand Tour-kandidaat te bouwen, is dat bedrag inmiddels verdubbeld. “Een Belgisch team moet nu een sponsor vinden die vijf miljoen euro per jaar kan investeren, maar dat is zelfs niet meer genoeg om te kunnen concurreren met de top,” benadrukt Smets.
Hij vergelijkt de situatie in het wielrennen met die in het voetbal: “Net zoals Barça, PSG en Manchester City de bovenhand hebben dankzij hun enorme financiële slagkracht, zie je in het wielrennen een steeds grotere kloof tussen de absolute topteams en de rest. Waar vroeger het budget van een topteam twee keer zo groot was als dat van een klein team, spreken we nu over drie tot vier keer zoveel.”
Teams als
UAE Team Emirates - XRG en
INEOS Grenadiers opereren met middelen die tot voor kort ondenkbaar waren, maar Smets wil niet het idee creëren dat geld alles bepaalt. “Intermarché-Wanty heeft niet het grootste budget, maar won vorig jaar toch drie etappes in de Tour de France en de groene trui. Succes is niet alleen een kwestie van geld.”
Tegelijkertijd zijn er steeds meer stemmen die pleiten voor maatregelen zoals een salarisplafond om het speelveld gelijk te trekken. Smets reageert daar genuanceerd op: “Ik ben geen voorstander van een communistisch systeem waarin alles gelijk wordt getrokken. Grote teams zouden niet de kleine teams kapot moeten maken, maar we moeten wel nadenken over oplossingen zodat de sport gezond blijft en competitief.”
De komende jaren zal het wielrennen zich ongetwijfeld blijven aanpassen aan deze financiële realiteit, maar het blijft een uitdaging om de balans te bewaren tussen topniveau en een breed, divers peloton waarin kansen eerlijk verdeeld zijn.