“Ik ben blij dat er in mijn tijd nog geen sociale media waren” - Bijna 80-jarige Eddy Merckx ziet hoe Tadej Pogacar wordt gehaat omdat hij te veel wint

Wielrennen
maandag, 16 juni 2025 om 13:30
tadejpogacar eddymerckx
Dinsdag bereikt Eddy Merckx een indrukwekkende mijlpaal: tachtig jaar jong. Voor velen blijft hij de grootste wielrenner aller tijden, een levende legende wiens palmares nog altijd adembenemend is. Vijf keer won hij de Tour de France en liefst 34 etappes, een record dat pas in 2024 door Mark Cavendish werd geëvenaard. Daarnaast prijken vijf eindzeges in de Giro d’Italia, één in de Vuelta a España, drie wereldtitels en álle vijf Monumenten op zijn erelijst. In totaal verzamelde Merckx elf eindoverwinningen in Grote Rondes en negentien Monumenten—en dat alles voor zijn 33ste verjaardag.
Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag bracht de Belgische openbare omroep Sporza zondag een speciale uitzending van Vive le Vélo, gepresenteerd door Karl Vannieuwkerke. Aan tafel: Eddy Merckx zelf, zijn zoon Axel, en voormalig bondscoach José De Cauwer. Wat begon als een feestelijke hommage, kreeg gaandeweg ook een diepere laag: over prestatiedruk, publieke opinie en de evolutie van het wielrennen.
Merckx toonde zich bewonderend voor de renners van nu, maar had tegelijk oog voor de verzengende druk waaronder zij presteren. “Ik ben blij dat er in mijn tijd nog geen sociale media waren”, zei hij. “De renners van vandaag krijgen nog meer kritiek dan ik destijds. Daarom koersen ze ook minder. Als zij evenveel wedstrijden zouden rijden als ik, zou die druk ondraaglijk worden.”
De Sloveense superster Tadej Pogacar stond centraal in het gesprek. De 26-jarige wordt alom beschouwd als Merckx’ erfgenaam, en met recht: negen Monumentzeges en vier eindoverwinningen in Grote Rondes (drie keer de Tour, één keer de Giro) spreken boekdelen. Hoewel hij nog ver verwijderd is van Merckx’ totaal, lijkt Pogacar op een koers te liggen die we sinds de dagen van ‘De Kannibaal’ niet meer hebben gezien.
Maar wie vaak wint, wekt ook wrevel. “Dat zie je nu al gebeuren bij Pogacar”, merkte Axel Merckx op. “Hij wint zoveel dat mensen hem beginnen te haten.”
Voor Axel is dat herkenbaar. Als zoon van een alomtegenwoordige kampioen kreeg hij op jonge leeftijd al de keerzijde van roem te zien. “Ik herinner me beelden van mensen die mijn vader uitfloten. Dat greep me aan. Hij deed gewoon zijn werk. Maar mensen waren kwaad omdat hij wéér had gewonnen.”
José De Cauwer haalde een schrijnend moment uit het verleden aan. “We gingen samen naar een jeugdwedstrijd waar Axel meereed. Hij zat in de kopgroep, maar won niet. De vader van de winnaar liep aan de overkant en maakte denigrerende gebaren naar Eddy. Hij vervloekte hem gewoon. Ik stond verstijfd. Wat had die jongen daar nu mee te maken?”
Claps 1bezoekers 1

Net Binnen

Meest Gelezen