Bijna een jaar geleden leek
Johan Price-Pejtersen zich tot nationaal tijdritkampioen van Denemarken te kronen. Of toch niet? De waarheid: niemand weet het nog zeker.
De renner van Bahrain Victorious werd aanvankelijk na de wedstrijd uit de uitslag geschrapt door de jury ter plaatse wegens het gebruik van een fietspad dat parallel liep aan het officiële parcours. Die beslissing werd vervolgens weer teruggedraaid door de Deense wielerbond. Maar in februari kwam er een nieuwe wending: de UCI vernietigde die beslissing, waardoor de zaak opnieuw werd geopend.
Wat is de stand van zaken, vier maanden later? "Bel de UCI maar. Vraag het aan hen," antwoordde Price-Pejtersen met zichtbare frustratie tegenover TV 2 Sport.
Feit is dat de 26-jarige zijn kampioenstrui woensdag níét zal dragen tijdens de tijdrit in het Critérium du Dauphiné. En met de nationale kampioenschappen over amper twee weken op de agenda, was dit zijn laatste kans om zich nog in dat shirt te tonen. Een bittere pil.
"Ik heb mijn hele leven aan het wielrennen gewijd. Om dan zo'n fundamentele illusie doorbroken te zien worden, maakt het moeilijker om mezelf te motiveren om naar buiten te gaan en te trainen," zegt hij openhartig. "Ik moet opnieuw vertrouwen zien te vinden in het systeem waarvan deze sport afhankelijk is."
Wat de uiteindelijke uitspraak ook wordt, Price-Pejtersen lijkt zich daar al bij neergelegd te hebben. Het is het principe dat hem stoort – niet enkel de uitkomst. "Eerlijk gezegd: als je dit leven wilt leiden, moet het gebaseerd zijn op integriteit. Je hebt een stevig moreel fundament nodig, een reden waarom je doet wat je doet. Maar als je de rechtszekerheid van renners aantast, raakt dat voor mij aan het hart van het systeem. Dan stel ik me de vraag of wielrennen op die manier nog waarde creëert. Het is iets waar ik de laatste tijd echt mee worstel."