De topscout van Soudal - Quick-Step Johan Molly heeft een reputatie opgebouwd voor het ontdekken van de grootste talenten in de wielersport. Hij speelde een cruciale rol in het binnenhalen van Julian Alaphilippe en Paul Magnier voor de ploeg. Echter, in een recente aflevering van De Koffiestop, vertelde hij over een ontglipt talent: Antoine Salamin, een 17-jarige Zwitser die nu deel uitmaakt van de ontwikkelingsgroep van Team Visma | Lease a bike.
Molly heeft met eigen ogen gezien hoe het landschap van de talentscouting is veranderd. Jonge renners worden hierbij al op steeds jongere leeftijd benaderd door managementbureaus, net als in het voetbal. De strijd om de beste jonge renners te contracteren is nog nooit zo competitief geweest en Molly geeft toe dat financiële beloftes zijn werk veel moeilijker hebben gemaakt.
"Nog nooit waren er zoveel scouts van de managementbureaus op de koersen. Er zijn jongens van 16 jaar die al een manager hebben. Ze maken hen dan de kop zot door te zeggen dat ze door hen als junior al 200.000 euro kunnen verdienen. En daar moet ik dan als scout tegenop", legde hij uit aan Sporza aan het eind van 2024.
De concurrentie voor Salamin was bijzonder intens. Molly werd voor het eerst getipt over het jonge Zwitserse talent door Laurent Dufaux, de voormalige winnaar van de Dauphiné die nu een Zwitsers ontwikkelingsteam leidt waar ook de broer van Salamin rijdt. De beschrijving van Dufaux over de jongeling trok meteen zijn aandacht.
"Vorig jaar zat ik met een speciaal geval. Vanuit Zwitserland werd ik getipt door Laurent Dufaux", herinnert Molly zich. " Hij stuurde mij: 'We hebben de nieuwe Fabian Cancellara.' Ik kreeg het telefoonnummer en belde met zijn papa. Daarna was het van: kunnen we volgende week nog eens babbelen met een ploegleider? Terug een videocall."
Vanaf dat moment werd wat een eenvoudig wervingsproces had moeten zijn een uitputtende zoektocht, gevuld met meerdere gespreksrondes. "Ik zat aan vijf videocalls en had de renner zelf nog niet gesproken. Er werd vervolgens gevraagd of ze een mail konden sturen met enkele vragen. Vragen als: hoe ga je de juniorenploeg leiden? Wat ga je doen met het budget, en hoe groot is het budget? Het was net een examen voor me."
Uiteindelijk ontmoette Molly na alles wat er speelde Salamin persoonlijk. "Papa en zoon kwamen met de camper anderhalf uur gereden over de grens met Frankrijk. Hij begon over een contract, maar dat kon ik hem niet geven. Er waren zeven andere WorldTour-ploegen die hem wilden hebben."
Op dat moment werd de realiteit van de moderne talentscouting duidelijk. Zelfs voor een team als Soudal - Quick-Step, dat een aantal van de grootste namen in de wielersport heeft ontwikkeld en op dit moment Remco Evenepoel aan het roer heeft staan. Zelfs voor hun zijn er geen garanties als het gaat om het binnenhalen van jonge talenten.
De achtervolging van Molly op Salamin kwam tot een abrupt en frustrerend einde toen hij op de terugweg van Zwitserland een omweg moest maken. "Toen ik wegreed uit Zwitserland belde een ploegleider uit de Baby Giro dat de Mont Blanc-tunnel gesloten was. Ik stond er een aantal kilometer vandaan, maar moest helemaal omrijden."
Tegen de tijd dat de situatie tot rust kwam, had Salamin zich al verbonden aan Visma. "Het resultaat was dat ik twee weken later een bericht kreeg dat hij niet bij ons zou komen, maar dat hij naar Visma zou gaan. Zoiets doet pijn. In de Chrono des Nations zag ik hem vervolgens als mannetje van zestien jaar oud met een gewone fiets gemiddeld 46 kilometer per uur rijden. Het doet pijn als je zo'n iemand verliest."
De teleurstelling van Molly is begrijpelijk. Salamin is duidelijk een renner met een enorm potentieel en het is een zware pil om te moeten slikken om hem zich te zien ontwikkelen onder een rivaliserende ploeg. Dit is echter de aard van de moderne talentenjacht, een wereld waarin jonge renners zich steeds meer bewust worden van hun waarde en waarin teams harder dan ooit moeten vechten om de volgende grote naam binnen te halen.
Voor Soudal - Quick-Step is het mislopen van één talentvolle renner echter geen ramp, maar het laat wel zien hoe moordend de strijd om opkomend talent is geworden. Met grote contracten en concurrerende belangen die de toekomst van jonge renners vormgeven, kunnen teams niet langer alleen vertrouwen op hun geschiedenis en reputatie. Ze moeten zich voortdurend aanpassen aan het veranderende landschap van rennerswerving.