Met de eindzege in de Giro d’Italia van vorig jaar nog vers in het geheugen, begint
Primoz Roglic aan een nieuw roze avontuur. De Sloveen van Red Bull – BORA – hansgrohe toonde zich ontspannen tijdens de persconferentie voorafgaand aan de Grande Partenza in Albanië, maar hield zijn kaarten stevig tegen de borst.
“Op het einde van de dag maakt het niet uit waar je start”, klonk het laconiek. “Het doel blijft hetzelfde: je best doen. Het is een koers van drie weken, dus je probeert volle bak te gaan zonder onnodige problemen.”
Roglic stond op het podium naast kleppers als Tom Pidcock, Wout van Aert, Juan Ayuso, Richard Carapaz, Egan Bernal en Giulio Ciccone, een staalkaart van het geweld dat hem de komende weken te wachten staat. Toch weigerde de 35-jarige oud-winnaar zich uit te spreken over wie hij als gevaarlijkste rivalen beschouwt. “Je hebt ze hier gezien. En het zijn er niet alleen deze; ze zijn allemaal gevaarlijk. Het zou oneerlijk zijn om er enkelen uit te pikken. Hopelijk kan ik met ze strijden en zetten we samen een mooie koers neer.”
Hoewel de toon luchtig was, liet Roglic ook doorschemeren dat zijn voorbereiding naar wens is verlopen. “Tien van toen”, zei hij met een knipoog, doelend op zijn vormpeil destijds. “Dat is goed genoeg om de Giro te winnen. Natuurlijk weet je het nooit – misschien rijdt iemand nu wel op vijftien. Dan is tien ineens niet genoeg,” grapte hij.
Twee jaar geleden reed Roglic een meesterlijke slotweek en kaapte hij het roze. Dit jaar zouden diezelfde etappes opnieuw beslissend kunnen zijn, al liggen de tijdritkilometers deze keer vroeg in het parcours. Wil hij opnieuw de maglia rosa mee naar huis nemen, dan zal hij drie weken lang op zijn allerbeste klimniveau moeten presteren.