Ganna wil af van ereplaatsen: “Ik ben het zat om tweede of derde te worden”

Filippo Ganna heeft zijn visitekaartje in 2025 al meermaals afgegeven. De Italiaanse hardrijder van INEOS Grenadiers is in vorm, en zijn grote doel voor dit weekend is glashelder: een eerste Monumentzege veroveren op de kasseien van Parijs-Roubaix. Na zijn zesde plaats in 2023 hoopt hij dit keer écht mee te strijden om de overwinning in de Hel van het Noorden.

Ganna was dit voorjaar al dicht bij monumentale glorie. In Milano-Sanremo moest hij enkel Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar voor zich dulden in een zinderende sprint. Daarna volgde een knappe top-10 in de Ronde van Vlaanderen. Maar zijn blik is nu volledig gericht op Noord-Frankrijk.

Lees ook

Ontdek de startlijst van Parijs-Roubaix 2025 met Tadej Pogacar, Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Mads Pedersen & Filippo Ganna

“Roubaix is alsof je in een wasmachine zit,” vertelde hij aan L’Équipe. “Mijn armen doen het meest pijn van de trillingen – het is een spiergroep die we nauwelijks gebruiken tijdens het racen. Gelukkig voelen mijn benen nog altijd goed.”

De brute aard van Parijs-Roubaix laat niemand onberoerd. Maar Ganna, met zijn imposante motor en ongewone mix van kracht en kalmte, lijkt zich juist thuis te voelen in het lijden. “Het is een pijn die je vreemd genoeg terug laat komen,” zegt hij. “Je weet nooit hoe je eruit komt. Het is een prachtige wedstrijd om naar te kijken – maar om te rijden? Dan moet je wel een beetje gek zijn.”

Lees ook

Van der Poel? Pogacar? Van Aert? Nee: Van Hooydonck tipt andere favoriet voor Parijs-Roubaix - "Dé man om in de gaten te houden"

Toch is het precies die gekte die Ganna drijft. De drang om zichzelf uit te dagen, om geschiedenis te schrijven. “Je doet het niet omdat het leuk is. Je doet het om wat de koers betekent. Om ooit die kassei in je handen te houden.”

En misschien is 2025 wel hét jaar. “Ik heb me nog nooit zó goed voorbereid op Roubaix,” besluit hij. “Het zou prachtig zijn om mijn overwinning bij de beloften hier te herhalen. Ik ben het beu om telkens net naast het hoogste schavot te grijpen. Ik wil winnen. Punt.”