“Er streden bijna altijd twee of drie renners mee”: Clément Champoussin viert Astana’s wederopstanding

Het eerste jaar van Clément Champoussin bij XDS Astana Team is een succes geweest. Met bijna 1.000 UCI-punten in 2025 was de Fransman een van de sleutelspelers in de geslaagde reddingsmissie om de World Tour-licentie te behouden. In 2026, zijn tweede seizoen bij de Kazachse ploeg, wil hij die lijn verder doortrekken.

In een interview met Astana blikt Champoussin terug op wat het voor hem betekende om deel uit te maken van een redding die aan het begin van het seizoen onmogelijk leek. Dankzij de inbreng van Chinese sponsor XDS werd het toch werkelijkheid.

“Eerlijk gezegd voel ik me heel goed in de ploeg. Ik ben uitstekend ontvangen en de integratie verliep natuurlijk en vlot. Het was voor mij belangrijk dat vanaf het begin alles klopte; ik vond snel de juiste afstemming met coaches, sportdirecteurs en ploeggenoten,” aldus Champoussin.

Sportief gezien spreekt de Fransman van een zeer positief jaar, ondanks de slijtage in de slotfase: “Ik ben tevreden over mijn eerste seizoenshelft. In het tweede deel werd het wat lastiger; ik voelde de vermoeidheid toenemen, maar ik concentreerde me op het helpen van de ploeg. Al met al kan ik het hele seizoen als een succes beschouwen.”

De sterke start van 2025 kwam niet uit de lucht vallen. Volgens Champoussin was continuïteit de sleutel: “Het was de eerste keer in lange tijd dat ik niet ziek werd en een volledige, kwalitatief sterke voorbereiding kon draaien. Dat voelde ik in alles: ik kreeg meer vertrouwen in koers en werd constanter.”

Feit is ook dat het hele Astana in 2025 als één blok opereerde. Met de selectie die vooraf werd samengesteld, haalde de ploeg het maximale uit het seizoen, misschien zelfs meer dan dat.

Champoussin benadrukt vooral de collectieve drive van zijn ploeggenoten: “Vooral fysiek, zou ik zeggen. We werkten met grote professionaliteit als team, en dat gold voor alle koersen, ook zonder een uitgesproken kopman op papier. In de beslissende fases waren er bijna altijd twee of drie renners die mee konden doen, en dat maakt een groot verschil.”

Die groepskracht werkte ook mentaal door: “Als je niet alleen bent, maar deel uitmaakt van een sterk en georganiseerd geheel, wordt werken makkelijker en rustiger. Het geeft je vertrouwen en helpt je tactisch en mentaal te groeien.”

Champoussin zelf kon dit jaar geen overwinning vieren, maar zag wel onder meer Christian Scaroni geregeld juichen, terwijl de Franse renner meerdere keren zelf dicht bij de zege was. Het doel voor 2026 is duidelijk: winnen.

Eén wedstrijd stak erbovenuit, zegt Champoussin zonder aarzelen: “Paris–Nice is heel speciaal voor mij. Ik woon in Nice en het is mijn thuiskoers. Ik reed er een uitstekend optreden: elke rit meedoen, sterke resultaten in de bergen en als Top 7 eindigen in het algemeen klassement.”

Champoussin maakte vooral indruk in de vijfde rit van de koers. Op een sterk heuvelend traject van Saint-Just-en-Chevalet naar La Côte-Saint-André bleek alleen Lenny Martinez hem de baas, terwijl Champoussin renners als Joao Almeida en Jonas Vingegaard achter zich liet.

Ook de slotdag, op eigen terrein, maakte diepe indruk op de 27-jarige: “De laatste rit in Nice was bijzonder emotioneel; momenten als die motiveren enorm en blijven hangen.”

Hoewel de kalender nog niet vastligt, weet Champoussin waar de focus moet liggen: “Ik zou heel graag opnieuw Paris–Nice rijden, omdat ik een speciale band met die koers heb. Wat de grote rondes betreft, zien we wat de ploeg beslist; de definitieve keuze moet nog gemaakt worden.”

Zijn ambities zijn duidelijk en hoog: “Ik wil blijven progressie maken, nog harder werken en vechten voor betere resultaten. In Paris–Nice is strijden om de eindzege door het niveau erg lastig, maar ik wil in de top vijf eindigen en voor een ritzege gaan. Ik denk dat die doelen realistisch zijn als ik deze lijn doortrek.”