Jonas Vingegaard reed zijn eerste koers ooit in het rood-wit van Denemarken – en hoewel het Europees Kampioenschap van 2025 voor hem vroegtijdig eindigde, was zijn deelname voor bondscoach Michael Mørkøv allesbehalve mislukt. De tweevoudig Tour de France-winnaar haalde de finish niet, maar zijn debuut gaf de nationale ploeg een nieuwe dimensie.
Een korte rit, maar een grote betekenis
Na jaren waarin hij uitsluitend in de kleuren van
Team Visma | Lease a Bike uitkwam, verscheen Vingegaard eindelijk in het nationale tenue. Zijn deelname aan het EK in Frankrijk – kort na zijn overwinning in de Vuelta a España – markeerde een zeldzaam moment.
De fysieke nasleep van drie zware weken in Spanje was voelbaar. Vingegaard stapte af met iets meer dan honderd kilometer te gaan, leeggereden op het veeleisende circuit in de Ardèche. Toch overheerste trots bij bondscoach Mørkøv.
“Jonas was zo’n grote aanwinst voor de nationale ploeg,” vertelde hij aan Eurosport. “Voor het eliteteam, dat er baat bij heeft om een renner van zijn kaliber in de buurt te hebben, maar ook voor de jeugdploegen. Ongeacht hoe goed of slecht Jonas reed op de dag zelf, hij was een enorm positieve aanwezigheid voor iedereen.”
Een Tourwinnaar in rood en wit
Sinds zijn doorbraak in 2022 had Vingegaard zijn land zelden vertegenwoordigd op internationale kampioenschappen. Zijn verschijning in het rood-wit had daarom meer symbolische waarde dan sportief gewicht.
“Je kon het voelen bij de staf en de renners,” vervolgde Mørkøv. “Onze grootste ster, een Tour de France-winnaar, die zich inzet voor het nationale team – dat tilt alles naar een hoger niveau. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen.”
Het Deense wielrennen beleeft al enkele gouden jaren met namen als Mads Pedersen, Mattias Skjelmose en de jonge sensatie Albert Philipsen. Maar de aanwezigheid van Vingegaard bracht iets extra’s: prestige, geloof en voorbeeldgedrag.
Toekomstige kampioenschappen in het vizier
Voor Mørkøv was Vingegaards EK-deelname geen eenmalige gebeurtenis. De coach bevestigt dat beide partijen nadenken over een structurelere samenwerking. “We hebben het gehad over de komende kampioenschappen,” zegt hij. “En ik heb begrepen dat Jonas heel graag voor het nationale team wil rijden. Hij droomt ervan om op een kampioenschap te schitteren.”
Veel zal afhangen van de afstemming met zijn ploeg en de Grand Tour-kalender, maar voor het eerst lijkt Vingegaard bereid een nationale rol te omarmen naast zijn focus op de Tour.
Voor Denemarken is dat vooruitzicht veelbetekenend. Een Tourwinnaar die zich inzet voor het nationale shirt kan een generatie inspireren — en het programma nog sterker maken in de klassiekers en kampioenschappen die voorheen niet de hoogste prioriteit hadden.
Vingegaard won misschien geen medaille in Frankrijk, maar zijn debuut maakte duidelijk dat hij meer wil dan alleen geel. Rood en wit lonken — en dat zou de Deense ploeg voorgoed kunnen veranderen.