De Franse renner
Anthony Turgis heeft zich kritisch uitgelaten over wat hij noemt de “obsessie van het moderne wielrennen met hoogtemeters”. Volgens de coureur van
TotalEnergies dreigt het steeds bergachtiger karakter van de
Tour de France een hele generatie klassiekerspecialisten en allrounders buitenspel te zetten.
Na de officiële onthulling van het parcours voor 2026 vertelde Turgis aan Cyclism’Actu dat het ontwerp weliswaar spektakel belooft voor de klimmers, maar dat renners van zijn profiel nauwelijks nog reële kansen krijgen.
“De Tour de France wordt opnieuw extreem veeleisend,” zei Turgis. “De fixatie op hoogtewinst is zorgwekkend voor renners zoals ik. De dubbele beklimming van de Alpe d’Huez – van beide kanten nog wel – zegt eigenlijk alles.”
Een Tour voor pure klimmers
De editie van 2026 bevat een primeur: twee aankomsten op Alpe d’Huez in opeenvolgende dagen – eerst via de Col de Sarenne, daarna over de iconische 21 bochten. In totaal telt de ronde meer dan 54.000 hoogtemeters, het hoogste aantal van de afgelopen decennia.
Na de ploegentijdrit in Barcelona trekt het peloton via de Pyreneeën en het Centraal Massief naar de Alpen, met als slot een technische finish in Montmartre, Parijs. Op papier lijkt het parcours volledig toegesneden op Tadej Pogacar, wiens UAE Team Emirates – XRG opnieuw als topfavoriet aan de start komt voor zowel het algemeen klassement als de bergritten.
Volgens Turgis rest voor renners van zijn type weinig anders dan mikken op kleine openingen. “In de bergetappes is het zaak binnen de tijdslimiet te blijven zonder te veel energie te verspillen, zodat ik kan toeslaan op terrein dat me ligt,” legt hij uit. “Een Tour met meer noordelijke etappes, met vlakke en glooiende wegen, zou veel eerlijker zijn.”
Turgis won een etappe in de Tour in 2024
Vrijheid op de vlakke dagen
Turgis, winnaar van de negende rit in de Tour van 2024, ziet ondanks alles ook kansen. De dominantie van de klassementsploegen kan volgens hem juist ruimte scheppen voor aanvallers. “Pogacar en zijn ploeg zijn volledig gefocust op het klassement,” zegt hij. “Daardoor krijgen wij meer vrijheid in de vlakke of overgangsetappes. Mijn ritzege vorig jaar bewees dat. Als ik opnieuw wil juichen, moet ik zorgen dat ik daar klaar voor ben.”
De Fransman benadrukt ook de ontwikkeling van het vrouwenwielrennen. Het parcours van de Tour de France Femmes 2026, met een Grand Départ in Lausanne en de eerste beklimming van de Mont Ventoux, noemt hij “een weerspiegeling van het stijgende niveau”. “De Tour voor vrouwen is minstens zo zwaar,” zegt hij. “Het niveau trekt gelijk, de inzet wordt groter.”
“De balans raakt zoek”
De opmerkingen van Turgis sluiten aan bij een breder debat binnen het wielrennen: of de Tour zich met haar steeds extremere profielen niet verwijdert van haar klassieke identiteit.
Met de editie van 2026 nu bevestigd als een van de meest bergachtige ooit, lijkt de discussie over wat voor type renner de Tour eigenlijk beloont — de klimmer of de allrounder — voorlopig nog niet beslecht.