Wout van Aert behoort tot de meest getalenteerde en geliefde wielrenners van zijn generatie. Keer op keer heeft hij bewezen uit te blinken op uiteenlopende terreinen en in verschillende disciplines. Zijn indrukwekkende palmares omvat onder meer vier WK-titels in de cyclocross, negen ritzeges in de Tour de France en overwinningen in prominente eendagskoersen zoals Strade Bianche en de Amstel Gold Race. Toch springt één opvallend detail in het oog: als het gaat om monumenten is het palmares van de Belgische renner verrassend bescheiden.
De enige zege in een Monument van Van Aert dateert uit 2020, toen hij Milano-Sanremo op zijn naam schreef. Sindsdien heeft hij geen Monumenten meer aan zijn lijst toegevoegd. Voor een renner van zijn kaliber is dit opmerkelijk, vooral in vergelijking met zijn grootste rivalen. Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar hebben respectievelijk zes en zeven monumenten op hun naam staan. Van Aert blijft in dit opzicht duidelijk achter.
Met het seizoen 2025 voor de deur rijst dan ook de vraag: kan Van Aert eindelijk dat felbegeerde tweede Monument aan zijn palmares toevoegen? Bron: CyclingUpToDate.
De overwinning van de Belg in Milano-Sanremo 2020 blijft tot op heden de enige keer dat Van Aert zich de nummer één mag noemen aan het einde van een Monument. In een zenuwslopende sprint versloeg hij Julian Alaphilippe, een renner die bekend staat om zijn explosiviteit en zijn voorliefde voor aanvallen op steile beklimmingen. De overwinning was het resultaat van een perfect getimede sprint. Niet alleen klom hij met de besten op de Poggio, maar hij had ook de kracht om een renner van wereldklasse als Alaphilippe te verslaan in de eindsprint.
Na deze overwinning verwachtten velen dat Van Aert de komende jaren talloze Monumenten zou winnen. Toch zijn de verwachte zeges uitgebleven. Hoewel hij verschillende keren pijnlijk dichtbij kwam, bleef de hoogste trede van het podium hem telkens weer ontglippen.
De keren dat Van Aert héél dicht bij de zege was in andere monumenten benadrukken hoe klein de marge is tussen een overwinning en een nederlaag. In de Ronde van Vlaanderen 2020 werd hij verslagen door Mathieu van der Poel in een van de meest spannende finishes in de geschiedenis van de koers. Na bijna zes en een half uur koersen werd het duo gescheiden door slechts enkele centimeters.
Parijs-Roubaix is ook een bron van frustratie geweest voor Van Aert. In 2022 eindigde hij als tweede achter Dylan van Baarle, en in 2023 moest hij genoegen nemen met de derde plaats toen Van der Poel de koers domineerde en zijn eerste titel in Roubaix behaalde. De kasseienklassieker is bijzonder pijnlijk voor Van Aert, die, ondanks zijn enorme kracht en technische bekwaamheid vaak pech had op de cruciale momenten of slachtoffer werd van mechanische problemen op het slechtste moment.
Milano-Sanremo is sinds zijn overwinning in 2020 ook het toneel van enkele close calls. In zowel 2021 als 2023 eindigde Van Aert als derde, waarmee hij zijn consistentie bevestigde. Tegelijkertijd benadrukte hij de uitdaging om goede prestaties daadwerkelijk om te zetten in overwinningen.
Als we naar het aantal Monumenten van Van Aert kijken, is het moeilijk om de schaduw van Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar te negeren. Van der Poel was de afgelopen jaren een dominante kracht met zes monumenten op zijn naam. Hieronder vallen onder andere twee overwinningen in Parijs-Roubaix in 2023 en 2024 en de Ronde van Vlaanderen in 2024. Van Aert was natuurlijk afwezig bij deze twee monumenten door zijn voorjaarsblessure, maar we kunnen ons afvragen of hij Van der Poel op een van deze dagen had kunnen verslaan. Natuurlijk is Van Aert altijd een geduchte tegenstander, maar op dit moment lijkt Van der Poel toch een streepje voor te hebben.
Pogacar heeft ondertussen opnieuw laten zien wat een ronderenner kan bereiken in eendaagse wedstrijden. Met zeven Monumenten, waaronder de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik, heeft de Sloveen zijn uitzonderlijke vermogen bewezen om uit te blinken op gevarieerd terrein. Beide renners hebben Van Aert consequent overtroffen in de meest prestigieuze eendagskoersen, wat de vraag oproept wat hen scheidt van de Belg.
Een gebied waar Van Aert onbetwistbaar heeft gepresteerd is de Tour de France. Vooral zijn prestaties in 2022 waren indrukwekkend: drie ritzeges en de groene trui. Hiermee toonde hij zijn veelzijdigheid door te excelleren in sprints, ontsnappingen en tijdritten. Van Aerts vermogen om te winnen in de Tour, terwijl hij nog steeds de rol van knecht voor Jonas Vingegaard vervult, heeft zijn reputatie als een van de meest complete renners van zijn generatie verder verstevigd.
Zijn succes in de Tour de France zou echter onbedoeld kunnen hebben bijgedragen aan zijn gebrek aan overwinningen in Monumenten. Het uitblinken in een Grote Ronde van drie weken kan fysieke vermoeidheid en een verminderd scherptegevoel veroorzaken, wat de focus op eendaagse klassiekers kan beïnvloeden. Het vinden van een balans tussen het pieken in de Tour en de Monumenten blijft een lastige uitdaging voor Van Aert.
Hoewel hij al grote overwinningen heeft behaald, zoals Strade Bianche in 2020 en Amstel Gold Race in 2021, dragen deze niet hetzelfde prestige als een Monument. Zijn vier wereldtitels in de cyclocross benadrukken zijn enorme capaciteiten, maar vullen niet het gat dat is ontstaan door het ontbreken van successen in de meest iconische wegwedstrijden.
We twijfelen er niet aan dat de Van Aert van de Tour de France in 2022 zeker een van de voorjaarsmonumenten zou kunnen winnen. De vraag blijft echter: hoe vindt hij de juiste balans om in het voorjaar te pieken en die ene grote overwinning te behalen?
Het seizoen 2025 biedt Van Aert een nieuwe kans om zijn vijf jaar durende droogte te doorbreken. Geruchten doen de ronde dat hij in zijn trainingen extra nadruk heeft gelegd op de voorjaarsklassiekers en onlangs zelfs een trainingskamp volgde om zich specifiek voor de kasseienwedstrijden voor te bereiden. Ondanks zijn vierde plaats in de World Cup van Benidorm afgelopen weekend – wat kan wijzen op aanhoudende vermoeidheid – benadrukt het ook zijn focus en toewijding aan het komende wegseizoen.
Milano-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix blijven zijn beste kansen om een tweede Monument te veroveren. De vraag is echter of Van Aert de winnende formule kan vinden die hem tot nu toe zo vaak is ontgaan. Is hij in staat om de schittering van Van der Poel of de alomtegenwoordige dominantie van Pogacar na te volgen? Kan hij de pech en slechte timing vermijden die zijn afgelopen jaren vaak hebben gekarakteriseerd?
Laten we één ding duidelijk stellen: de carrière van Wout van Aert is al indrukwekkend. Toch is zijn gebrek aan overwinningen in Monumenten een opvallend gemis. Zijn ongelooflijke talent en veelzijdigheid hebben hem keer op keer gepositioneerd als een kanshebber, maar tot nu toe hebben deze capaciteiten zich nog niet vertaald naar de successen die zijn grootste rivalen hebben behaald. Natuurlijk zouden de meeste renners in het peloton alles geven om zelfs maar een fractie van Van Aerts palmares te hebben, maar de allerbeste hebben altijd een gezonde hebzucht, gedreven door de wens om de nummer 1 te zijn. Voor een renner van Van Aerts kaliber voelt het toevoegen van een tweede Monument minder als een mogelijkheid en meer als een noodzaak.
In 2024 werd de Belg verhinderd om de wedstrijden aan te vallen waarvan hij gelooft dat ze zijn lot zijn om te winnen doordat hij te maken kreeg met een blessure in het voorjaar. Hierdoor miste hij wederom de kans om te schitteren in de Monumenten en op het WK. In 2025 krijgt hij echter opnieuw de gelegenheid om zijn ongelijk te bewijzen en zijn talent te tonen in de meest prestigieuze eendagswedstrijden van het wielrennen.
Met het seizoen 2025 in zicht zal de wielerwereld vol verwachting kijken of Van Aert eindelijk zijn potentieel kan waarmaken in deze iconische wedstrijden. Met zijn uitzonderlijke combinatie van kracht, uithoudingsvermogen en tactische slimheid beschikt hij over alle kwaliteiten om dit te realiseren. De vraag is of hij deze vaardigheden kan samenbrengen wanneer het echt telt.