“Als ze moe worden en snel stoppen, des te beter” – Iván Romeo over Pogacar en Evenepoel

Iván Romeo geldt als een van de grootste talenten bij Movistar Team. De renner uit Valladolid heeft zich met een uitzonderlijk 2025 gevestigd als een van de grote beloften van het Spaanse wielrennen, met een ritzege in het Dauphiné, de Spaanse titel en opvallende optredens in de Tour de France. Eén specifieke opmerking over Tadej Pogacar en Remco Evenepoel trok daarbij de aandacht van velen.

In een interview tijdens de Desayunos de la Prensa Deportiva de Valladolid, gemeld door het EFE-agentschap, sprak de winnaar van het WK tijdrijden U23 2024 onder meer over de huidige dominantie van renners als Tadej Pogacar en Remco Evenepoel, en maakte hij een grapje over hun superioriteit: “Evenepoel en Pogacar rijden op een ander niveau. Als ze moe worden en snel stoppen, des te beter,” grapte hij.

Hij heeft een heldere kijk op het wielrennen in 2025 die samenvalt met zijn sportieve doelen: “Sport is een bedrijf, waarin wij werken zodat de sponsor media-aandacht krijgt, en daarom is het beter om twee of drie ritten in een koers te winnen dan zevende te worden in de Tour de France.”

Volgens hem zijn renners als Pogacar een zegen voor de sport, die verder reikt dan resultaten door hun gedrag naast de fiets, wat het wielrennen uiteindelijk ten goede komt, anders dan in het verleden: “Het is voor elke sport belangrijk om figuren te hebben, referenties die uitstijgen boven de rest en de aandacht erop vestigen, zeker wanneer het goede renners én goede mensen zijn.”

Over 2026, dat hij met Movistar Team heeft uitgestippeld, zei hij: “Een plan dat sterk lijkt op dat van 2025. Op 100 procent zijn in drie koersen, in plaats van 80 procent het hele seizoen, want de enige manier om iets te bereiken is alles geven.” Daarbij hoort mogelijk de Tour de France, waar hij deze zomer naar eigen zeggen zo’n 6.500–7.000 calorieën per dag verbruikte.

Pas 23 jaar oud was het afgelopen seizoen dat van zijn doorbraak, met zeges op het Spaans kampioenschap, de Volta a la Comunitat Valenciana en het Critérium du Dauphiné. Een valpartij hield hem van winst in de Tour de France en hij sloot het jaar net buiten de top 10 af in de tijdrit op het WK in Rwanda. Over zijn ambitie voor de toekomst is hij duidelijk dat woorden weinig waard zijn: “Ik ga mezelf geen limieten opleggen, want de weg legt ze je op.”