"Als je Pogacar pijn doet, doe je iedereen pijn" - Voormalig Giro-winnaar denkt dat Visma een sterkere ploeg dan UAE heeft voor Tour de France

De Tour de France 2025 nadert met rasse schreden, en dat betekent dat de oude garde opnieuw haar licht laat schijnen over het komende spektakel. Voormalig Giro d’Italia-winnaar Stefano Garzelli gaf in gesprek met Bici.Pro zijn kijk op de krachtsverhoudingen, en is duidelijk: Team Visma | Lease a Bike staat er het sterkst voor.

Zowel Visma als UAE Team Emirates - XRG trekken met sterrenformaties richting de Grand Départ, maar volgens Garzelli zit het verschil in de diepte: “Individueel heeft UAE misschien meer klasse, maar Visma beschikt over een homogener en tactisch ijzersterk blok.”

“Het is een ongelooflijk uitgebalanceerde ploeg,” begint Garzelli. “Op het vlakke zijn ze uitstekend georganiseerd met renners als Wout van Aert, Edoardo Affini, Tiesj Benoot en mogelijk Victor Campenaerts. Het zijn stuk voor stuk renners die in andere ploegen zelf kopman zouden kunnen zijn.”

In het hooggebergte ziet hij Visma nóg indrukwekkender voor de dag komen. “Met Jonas Vingegaard, Matteo Jorgenson, Simon Yates en Sepp Kuss beschik je over een beklimmingsarsenaal van wereldklasse.”

Garzelli richt zijn blik in het bijzonder op Simon Yates. “Hij werd in eerste instantie gehaald als luitenant voor Vingegaard in de Tour, maar Visma blufte door hem naar de Giro te sturen. Daardoor leek het alsof hij zich enkel daarop richtte. Maar nu, op de rug van die wedstrijdhardheid, verwacht ik dat hij zal pieken precies wanneer het moet — op de cruciale bergetappes, niet elke dag. Dat verschil, zeker mentaal, kan doorslaggevend zijn voor een renner van zijn niveau.”

Ook over de rest van de selectie is Garzelli positief. “Jorgenson kunnen ze misschien lang in het klassement houden. Van Aert heeft zijn ritme hervonden in de Giro. Affini, Campenaerts en Benoot zijn oerdegelijk op het vlakke. Visma heeft de laatste jaren structurele problemen aangepakt en is nu een geoliede machine,” benadrukt de Giro-winnaar van 2000.

Toch kan UAE Team Emirates niet worden afgeschreven. Garzelli erkent de klasse in de breedte, maar plaatst kanttekeningen bij de samenstelling. “Zeker, het is een topteam. Maar bij UAE zie je enkele domestiques, terwijl je bij Visma moeite moet doen om er één te vinden, ze ogen allemaal als kopmannen.”

“Neem Marc Soler: hij viel als een van de eersten weg in de Dauphiné. En ik heb het idee dat UAE nog zoekende is naar zijn definitieve selectie. Op papier kun je een droomteam hebben, maar als iemand z’n niveau niet haalt, verandert alles. Sivakov zag er ook niet overtuigend uit. Dat gezegd hebbende: er is nog marge om te groeien. Ik denk dat ze de Tour de Suisse nauwlettend volgen.”

Garzelli waagt zich zelfs aan een voorspelling: “Pogacar, Tim Wellens, Nils Politt, João Almeida en Adam Yates zijn zeker. Ik zou ook Jhonatan Narváez meenemen — dat zijn er zes. Maar over Domen Novak, Soler en Sivakov heb ik mijn twijfels. Persoonlijk zou ik Mikkel Bjerg selecteren: als hij in vorm is, kan hij zelfs bergop zijn rol spelen. En ik zou Jan Christen overwegen — een jong talent met veel potentie.”

Wat de koersaanpak betreft, verwacht Garzelli een aanvallende houding van UAE. “Ik zie Pogacar denken: ‘Doe me pijn, want als je mij pijn doet, doe je iedereen pijn.’ Hij weet intussen dat aanvallen aan de voet van een klim Vingegaard het meeste pijn doet. Daarom wacht hij niet, hij gaat meteen.”

“De anderen hebben dat inmiddels door en zullen daarop trainen. Maar als Pogacar zelf ook nog progressie maakt, wat kun je dan doen? Als iemand twintig minuten lang 480 watt trapt, hoe klop je dat?” besluit Garzelli. “Toch is Vingegaard er niet ver vandaan. Ik denk dat hij nog iets achter de hand houdt — anders had hij die tijdritprestatie niet neergezet.”