"Van Aert en Van der Poel in feite ‘f*ck you’ tegen de bond" - Bart Wellens hekelt UCI en stelt vraagtekens bij zomerse wegprogramma’s van veldrijders

De startgelden in het veldrijden liggen hoog — zó hoog dat veel toppers het hele jaar door verzekerd zijn van een riant inkomen. Toch vraagt voormalig wereldkampioen Bart Wellens zich af of het voor renners nog wel de moeite loont om in de zomer een wegprogramma af te werken. Bovendien spaart hij de UCI niet: volgens de veldritlegende is het kalenderbeheer van de internationale bond ronduit slecht, en bevoordeelt het de supersterren Mathieu van der Poel en Wout van Aert.

“Je hoort wel eens dat het alleen om die twee gaat, maar dat is ook jullie schuld als media,” zegt Wellens in gesprek met Het Nieuwsblad. “Wat mij vooral stoort, is dat de UCI de wereldbekerkalender afstemt op hun programma en alle belangrijke wedstrijden zoveel mogelijk in december en januari propt. Daardoor is het voor renners die een volledig seizoen rijden onmogelijk om de drie klassementen te combineren.”

Volgens Wellens is het simpelweg niet haalbaar voor Van der Poel en Van Aert om in alle klassementen mee te strijden, tenzij ze een vol programma rijden in november, december én januari. Door hun ambities op de weg – en in Van der Poels geval ook op de mountainbike – is dat al jaren onrealistisch.

“Hun doelen liggen tegenwoordig elders,” zegt Wellens. “De pure veldrijder Michael Vanthourenhout won vorig seizoen de Wereldbeker. Al twee jaar zeggen Van Aert en Van der Poel in feite ‘fuck you’ tegen de UCI, maar de bond blijft zich daartegen verzetten. Ze blijven koppig.”

Volgens berichten kunnen renners als Van der Poel en Van Aert tot 20.000 euro per cross verdienen aan startgeld. Na een tiental wedstrijden levert dat al een indrukwekkend jaarsalaris op. Andere toppers zoals Eli Iserbyt, Michael Vanthourenhout en Thibau Nys ontvangen doorgaans bedragen tot 5.000 euro per deelname, afhankelijk van hun populariteit en UCI-ranking.

Wellens vraagt zich daarom af of het nog wel rendabel is om ambities te spreiden tussen veld en weg, zeker voor wie financieel én sportief het meeste uit de winter kan halen. “De kopmannen kunnen dat natuurlijk combineren,” legt hij uit. “Maar om op de weg te verdienen wat bijvoorbeeld Laurens Sweeck verdient in het veld, moet je daar echt een uitzonderlijk sterke knecht zijn.”

De voormalige wereldkampioen haalt ook een opmerkelijke anekdote aan over de huidige generatie: “Ik ken veldrijders die nog nooit een wedstrijd hebben gewonnen, maar vandaag meer startgeld krijgen dan ik toen ik wereldkampioen was,” vertelt Wellens. “Ik heb vroeger nog met renners onderhandeld om ze bij de ploeg te krijgen – en de bedragen die nu circuleren zijn gewoon hallucinant.”