Tibor del Grosso maakte dit jaar de overstap naar de WorldTour met
Alpecin-Deceuninck en bewees meteen zijn klasse. De Nederlander was een zeer waardevolle knecht voor Van der Poel en greep zijn kans wanneer die zich voordeed, met zijn eerste profzege in Turkije als resultaat.
Hij is ook een veldrijdspecialist en start dit jaar zijn seizoen in Namen, net als Van der Poel. Dat kondigde hij eerder deze week aan, vergezeld van de woorden “Take it easy”, een boodschap die bewust gekozen was. “Die heb ik er expres bijgezet, zodat mensen niet meteen te veel verwachten. Eerlijk gezegd kan ik echt niet zeggen waar ik zit in mijn voorbereiding,”
zei hij in een interview met Wielerflits.
Wordt hij de grootste bedreiging voor Van der Poel?
Del Grosso’s naam viel nadrukkelijk bij ervaren renners Lars van der Haar en Toon Aerts, die hem beiden naar voren schoven als potentiële uitdager van
Mathieu van der Poel zodra de Nederlandse ster terugkeert in competitie. Del Grosso waardeert de opmerkingen, maar verwacht niet dat hij Van der Poel dit weekend al kan bedreigen.
“Dat is een mooi compliment,” zei hij, “maar ik denk niet dat dat in Namen al het geval zal zijn. Dat zou me verrassen. Vorig jaar [werd hij vijfde] had ik ook niet het gevoel dat ik een geweldige cross reed op de Citadel. Ik had misschien ook wat geluk dat een paar sterke mannen een mindere dag hadden of vielen. Dat kan het beeld van de uitslag vertekenen.”
Na het einde van zijn gravelcampagne half oktober nam Del Grosso rust, om in november de training te hervatten. Daardoor heeft hij zo’n zes weken voorbereiding in de benen, bijna twee weken minder dan vorig jaar. “Je wilt en kunt de trainingen niet forceren als je in het voorjaar over een langere periode goed wilt zijn. Daarom denk ik dat ik nog niet in topvorm ben.”
Bovendien lag de focus in zijn training tot nu toe niet op veldrijden. “Tijdens het trainingskamp in Spanje hebben we vooral veel lange duurtrainingen op de weg gedaan. Ik heb me daar prima vermaakt, maar het was nog niet echt veldritspecifiek. Ik ben twee keer het bos in gegaan toen ik even in Nederland was. Maar daar blijft het wel bij. Dat is niet veel, besef ik. Hopelijk komt dat gevoel met een paar crossen in de benen.”
Nog geen rechtstreekse vergelijking met Van der Poel
Gevraagd of hij zich spiegelt aan Mathieu van der Poel, wuift Del Grosso dat weg. “Niet echt. Hij is niet de beste om je mee te vergelijken, denk ik. Ik durf niet te zeggen dat ik al dichterbij zal zitten. Zeker in het begin niet; ik hoop dat men me wat tijd gunt. De verwachtingen voor jonge renners zijn vaak hoog.”
Ondanks zijn wereldtitel bij de beloften in Liévin vorig seizoen wordt dit zijn eerste volledige winter bij de elite. “Ik heb nog geen eliteveldrit gewonnen, als je het NK niet meetelt. Dat zijn stappen die ik nog moet zetten. De eliteraces zijn echt anders dan de U23-wedstrijden. Ik ben heel benieuwd wat het wordt, zeker omdat ik meteen in mijn rood-wit-blauwe trui mag rijden, maar mijn eerste ambitie is gewoon een goede cross rijden.”
Op de vraag of veldrijden ondergeschikt wordt aan zijn wegcarrière, antwoordt Del Grosso dat hij beide wil blijven combineren. “Ik neem het veldrijden best serieus. Eigenlijk heb ik even grote ambities om in beide disciplines de top te halen. Een uur crossen is voor mij nog steeds leuker dan een wegrit, maar het is net anders. Op de weg is de voldoening van een zege misschien iets groter. Maar de twee disciplines bijten elkaar niet. De afgelopen jaren reed ik na de cross altijd goed op de weg. Dus ik zie geen reden om dat te veranderen,” besloot hij.