Mathieu van der Poel heeft zich al zes keer gekroond tot de koning van de cyclocross, waaronder in zowel 2023 als 2024. Alleen Erik De Vlaeminck heeft er met zeven meer, maar die mijlpaal zal binnenkort zeer waarschijnlijk worden overtroffen.
In een uitgebreid interview met Rob Hatch voor Eurosport bespreekt Van der Poel verschillende onderwerpen, waaronder zijn carrière in de cyclocross en de verleiding om nog een winter terug te keren, met als doel om met een zevende WK-zege geschiedenis te schrijven.
"Ik heb doelen, maar dit is niet veranderd," zegt de
Alpecin-Deceuninck-renner, die bevestigt dat hij komende winter terug wil keren naar de cyclocross. "Ik probeer elk jaar de beste versie van mezelf te zijn en hopelijk volgt de rest dan vanzelf. Ik sta op het punt om iets historisch te bereiken en je wordt herinnerd door dat soort prestaties, dus het zal volgend jaar een doel zijn om het record te breken."
Of hij volgend jaar concurrentie zal krijgen van
Wout van Aert valt nog te bezien. Hoewel de twee door de jaren heen grote rivalen zijn geweest, koestert Van der Poel enorm veel respect voor zijn tegenstander. "Ik ben vooral met mezelf bezig, maar om te winnen moeten je rivalen verliezen. Dat houdt me scherp. Hoe beter zij zijn, hoe beter ik moet zijn, zo gaat dat in de sportwereld. Iedereen kent natuurlijk de geschiedenis die ik heb met Wout van Aert," zegt Van der Poel.
Op de weg is Van Aert echter niet langer de enige rivaal van Van der Poel, vooral in de eendagskoersen en de klassiekers. "Nu rijdt
Tadej Pogacar soms ook enkele klassiekers, en hij doet het ook goed," zegt de Nederlander met een glimlach. "Het houdt me scherp, wat goed voor me is."
Maar wat zijn Van der Poel zijn doelen voor de rest van 2024? "De klassiekers zijn opnieuw een belangrijk doel," concludeert hij vastberaden. "Ik heb dezelfde wedstrijden als vorig jaar op mijn lijst staan, en in de zomer is het wat lastig met de Olympische Spelen, maar ik wil nogsteeds deelnemen aan het mountainbiken en de wegwedstrijd."