“Ik hoop dat de telefoon gaat”: Podiumrenner in Namen nog zonder contract voor 2026

Naast de Italiaanse Sara Casasola is Amandine Fouquenet deze winter veruit de beste niet-Nederlandse veldrijdster. De Française opende haar seizoen in Ruddervoorde en eindigde sindsdien nooit buiten de top tien. Vooral haar recente resultaten – twee World Cup-podia in Flamanville en Namen – zetten de 24-jarige vol in de spotlights.

De Arkéa - B&B Hotels-veldrijdster schoot in Namen pijlsnel uit de startblokken en liet op de eerste steile klim naar de citadel alle concurrentes ver achter. “Ik stond daar ineens een beetje alleen; ik had niet gedacht dat ik zo hard was vertrokken,” zei Fouquenet over de plots ontstane voorsprong.

Terwijl verbouwereerde commentatoren zich afvroegen of Fouquenet de tol voor haar inspanning zou betalen, begon de achtervolging onder leiding van Lucinda Brand op gang te komen en kropen de rivales terug in haar wiel.

“Ik moest denk ik even op adem komen,” geeft ze toe. De 24-jarige had inderdaad een moment nodig om na haar eerste versnelling weer in koersmodus te komen. Uiteindelijk reed ze naar het podium. “Ik ben heel blij met deze derde plaats. Ik wist niet goed wat ik kon verwachten, maar op de voorlaatste ronde heb ik een gaatje kunnen slaan.”

Na haar World Cup-topprestatie met plaats twee in Flamanville, bevestigt de derde plek in Namen Fouquenets status als een van de beste rensters van deze winter. “Ik ben tevreden over dit deel van het seizoen,” knikt ze.

Het seizoen 2025/26 is in ieder geval een grote stap vooruit. De sprong van top-tien-klant naar vaste podiumkandidaat, zoals Fouquenet dit jaar maakt, is nooit vanzelfsprekend. “Dit is mijn beste seizoen. Ik ben consistent, met podiumplaatsen op internationaal niveau. Dat is me niet eerder gelukt.”

Opvallend is dat Fouquenet, ondanks haar sterke prestaties, nog geen ploeg heeft gevonden die haar vanaf 01.01 ondersteunt. “Veel mensen begrijpen niet waarom ik nog niets heb, ik hoop dat de telefoon gaat, ook al zeg ik dat al een tijdje. De resultaten tonen dat ik nog altijd even toegewijd ben. Als ik niet opgeef, laat dat zien dat ik gemotiveerd ben en in staat om resultaten te halen, ondanks de moeilijkheden.”