Dat cyclocrossers ooit zouden strijden om Olympisch eremetaal leek lange tijd ondenkbaar. Maar volgens een recent rapport van L’Équipe is er een concreet voorstel ingediend om deze spectaculaire discipline toe te voegen aan het programma van de Olympische Winterspelen van 2030 in Frankrijk. En niet zomaar ergens: als het aan het organisatiecomité ligt, zal La Planche des Belles Filles — een naam die resoneert in de moderne wielerlegende — dienen als decor.
De suggestie klinkt even gek als geniaal: een sport die historisch verbonden is met Belgische modder, Nederlandse hegemonie en winterse crossvelden, op de top van een klim waar Tadej Pogacar in 2020 de Tour de France naar zijn hand zette. De iconische Vogezenbeklimming zou volgens het voorstel worden omgetoverd tot een Olympisch veldritcircuit, waar snelheid, techniek en modder elkaar ontmoeten op sneeuw of bevroren grond.
Steun op hoog niveau
De steun voor het plan is niet gering. UCI-voorzitter David Lappartient is enthousiast, en ook Michel Barnier, voormalig premier van Frankrijk en prominent lid van het 2030-organisatiecomité, ziet het volledig zitten. Na een bezoek aan de WK cyclocross 2025 in Liévin sprak Barnier vol lof: "Ik was erg onder de indruk van het populaire succes van veldrijden. Het leeft."
En dat klopt. Cyclocross blijft één van de meest publiektrekkende disciplines van de wielersport. Wedstrijden in België trekken tienduizenden toeschouwers, en de sport geniet een sterke internationale identiteit — maar bleef tot nu toe afwezig op het Olympisch podium.
Waarom La Planche des Belles Filles?
Volgens evenementcoördinator Jean-Pierre Lefèvre is het een kwestie van logica én symboliek: "We zitten op slechts vier uur van België en Nederland, waar cyclocross bijna religie is. En wij hebben hier een locatie die uniek is in zijn geschiedenis én logistiek. We weten hoe we een feest moeten organiseren."
La Planche, beroemd van heroïsche Tour-etappes, zou als locatie niet alleen de sport eer aan doen, maar ook de Franse passie voor wielrennen versterken in de context van een wereldwijd spektakel.
Mathieu van der Poel en de droom van goud
Als de discipline wordt goedgekeurd, opent dit de deur voor een generatie renners die tot nu toe géén Olympisch pad hadden in hun favoriete discipline. Denk aan Mathieu van der Poel, die in 2025 zijn zevende wereldtitel cyclocross won. In 2030 is hij 35 jaar — nog altijd niet onmogelijk voor een laatste kunststuk. Een Olympisch goud in het cyclocross zou een zeldzaam unieke drie-eenheid vormen voor Van der Poel, die eerder al deelnam aan de Spelen in het mountainbiken (Tokio 2021) en op de weg (Parijs 2024).
Wat nu?
Hoewel het idee baanbrekend is, moeten er nog belangrijke hindernissen genomen worden:
- De IOC-goedkeuring voor het opnemen van cyclocross als officiële discipline.
- Het onderbouwen van het winterkarakter van de sport binnen het bestaande programma.
- En natuurlijk de logistieke en klimatologische haalbaarheid van een cyclocross in februari op La Planche.
Toch is de stemming positief. Frankrijk wil innovatief zijn, de Winterspelen dichter bij breedtesport brengen en wielrennen op een nieuwe manier vieren. Cyclocross zou daarin wel eens een gouden troef kunnen zijn.
Conclusie:
Het is nog geen zekerheid, maar de weg lijkt geplaveid voor een sportieve revolutie: Olympisch cyclocrossen op La Planche des Belles Filles in 2030. Een combinatie van modder, sneeuw en mythische wielergeschiedenis — en misschien wel een laatste dans van een van de allergrootsten.