Tadej Pogacar is niet alleen een renner van uitzonderlijk niveau – hij is ook een persoonlijkheid die de wielersport kleur geeft. Zijn warme omgang met fans, open karakter en aanstekelijke glimlach maken hem tot publiekslieveling, zelfs wanneer hij zijn rivalen ogenschijnlijk moeiteloos achterlaat.
Maar die schijnbare moeiteloosheid roept ook kritiek op. Sommigen menen dat Pogacar de koers té lichtvoetig benadert. Oud-prof
Tom Danielson begrijpt daar helemaal niets van.
"Ik vind het gek om te horen dat Pogacar wordt bekritiseerd voor hoe hij met zichzelf omgaat terwijl hij zo dominant is," schrijft de Amerikaan op X. "We hebben het hier over wielrennen – een show, een spektakel. We willen toch échte mensen met échte persoonlijkheid?"
Volgens Danielson is het juist Pogacars ogenschijnlijke ontspannenheid die hem zijn grootste troeven oplevert. "Zijn kalmte, helderheid en het feit dat hij niet geobsedeerd is zoals anderen, geven hem een voorsprong. Dat stelt hem ook in staat om hongerig te blijven, ondanks zijn constante succes."
"Opluchting maakt je lui. Pogacar blijft hongerig."
Danielson wijst erop dat succes vaak leidt tot gemakzucht. "Als je wint, voel je opluchting. Je hebt eindelijk wat je wilde. Maar die opluchting kan je foppen – het maakt je lui, want je wil dat gevoel van overwinning behouden, zonder opnieuw door de pijn te gaan."
Maar Pogacar, zo stelt hij, blijft steeds vooruitkijken. "Overwinningen kalmeren hem niet. Ze motiveren hem juist om beter te worden. Hij is verliefd op het spel, op het proces – en dat houdt hem scherp."
Met 100 professionele zeges in zicht, lijkt de Sloveen op weg naar een nieuwe mijlpaal deze zomer. En volgens Danielson ligt het geheim van die constante honger niet in zijn benen, maar in zijn hoofd.
"Zijn succes hangt niet af van anderen. Hij vergelijkt zich niet. Zijn enige maatstaf is: hoe word ik morgen beter dan vandaag?"