Roger De Vlaeminck geldt als een van de grootste legendes van het wielrennen, met zeges in monumenten, etappewinsten in Grote Rondes en veel meer tijdens zijn lange loopbaan in de jaren zeventig en tachtig. Des te opvallender was het dat de 78-jarige Belg fel uithaalde naar de vergelijkingen tussen Eddy Merckx en
Tadej Pogacar, op scherpe toon over iets wat op zich logisch lijkt. Toch is de reactie op de Belgische veteraan niet louter negatief.
“Maak mij vandaag 22 en zet me in het peloton met Pogacar, dan rijdt hij me er niet af. Waar was het laatst — toen hij wegreed van Evenepoel? In Lombardije. Op een niet eens moeilijke klim. Zo goed als Merckx… kom nou,”
verklaarde De Vlaeminck in een interview met Het Laatste Nieuws.
Er volgde meer: volgens hem haalt de huidige wereldkampioen bij lange na niet het niveau van Merckx in zijn topjaren. De Vlaeminck, landgenoot en voormalige rivaal van Merckx, heeft wellicht meer dan wie ook het recht om dat te stellen, maar op sociale media en onder analisten klonken duidelijke geluiden van verwarring over zijn uitspraken.
De wielerwereld nam de woorden met een flinke korrel zout en begreep de reden voor zo’n harde uithaal niet. De Vlaeminck kreeg zelf kritiek, want het enorme palmares van de wereldkampioen nodigt logischerwijs uit tot vergelijkingen met de man die als ‘de beste ooit’ in het wielrennen geldt.
Klinkklare onzin, maar verfrissend
“Ik vind niet dat die opmerkingen bij hem passen. Als hij de jaren zeventig met nu vergelijkt, is het klinkklare onzin,” zei Brian Holm in een interview met
Ekstra Bladet. De Deen stoort zich er echter niet aan. “Het is ook heel verfrissend dat er iemand is die het doet. Iemand die gewoon losgaat en heel België bij de les houdt.”
Of het klopt of niet, valt te bediscussiëren, maar die discussie is vaak het interessantste aan de sport wanneer het over historische figuren gaat. En volgens Holm houden De Vlaemincks prikkelende woorden de vonk en de interesse binnen de wielerbubbel levend. “Hij duikt een paar keer per jaar op,” al is volgens hem wel duidelijk dat “hij niet populair is bij de jonge renners.”