Ondanks een imposante erelijst en een carrière vol successen, prijkt er voorlopig slechts één Monument op het palmares van Wout van Aert. In 2025 heeft de Belg zijn zinnen gezet op de twee grootste doelen van het voorjaar: de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Maar na een teleurstellende prestatie in Vlaanderen, stijgt de druk richting de Hel van het Noorden.
Bij Team Visma | Lease a Bike heerst voorzichtig optimisme. Vanuit het kamp klinkt vertrouwen in hun kopman, al klinkt er buiten de ploeg ook scepsis. Zo vraagt Philippe Gilbert, voormalig winnaar van Parijs-Roubaix (2019), zich hardop af waar dat optimisme precies op gebaseerd is.
“Eerlijk gezegd snap ik het niet,” stelt Gilbert tegenover Eurosport. “Van Aert zegt al sinds oktober dat deze week het grote doel is. Vlaanderen én Roubaix. Maar zodra hij weer begon te koersen, zag je dat hij nog ver verwijderd was van zijn topniveau." De Belg verwijst naar de opvallende voorbereiding van Van Aert, die koos voor hoogtestages in plaats van deelname aan rittenkoersen als Tirreno-Adriatico of Parijs-Nice. Een keuze die volgens Gilbert vragen oproept.
“Had hij niet beter een paar rittenkoersen kunnen rijden? Voor mij lijkt het erop dat die laatste drie à vier procent frisheid alleen via wedstrijdritme te behalen zijn. Misschien moeten we eens goed terugkijken op de afgelopen maanden,” aldus de 42-jarige ex-renner. “Voor Roubaix kan hij nog pieken, maar voor Vlaanderen was het simpelweg te laat.”
Of Van Aert zich in Roubaix kan meten met kleppers als Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Mads Pedersen? Gilbert houdt een slag om de arm. “Hij zal er zijn, absoluut. Maar hij heeft niet laten zien dat hij de anderen écht pijn kan doen. Een solo-aanval in Van Aert-stijl, zoals in Gent-Wevelgem of de Omloop? Ik zie het momenteel niet gebeuren.”
De druk op Van Aert is dus groter dan ooit. Roubaix wordt een alles-of-niets-missie. “Als hij zondag faalt, moet hij opnieuw een jaar wachten,” besluit Gilbert. “Met zijn talent en motor zou hij al lang minstens één Ronde en één Roubaix gewonnen moeten hebben. En dat weet hij zelf ook.”