Soudal - Quick-Step is een van de ploegen die deze winter de grootste omwenteling doormaken, met
Remco Evenepoel die de ploeg verlaat en een jarenlang hoofdstuk afsluit, en met de ploeg die de focus opnieuw vol naar de klassiekers en sprints verlegt. Jurgen Foré, CEO van de ploeg, sprak over het vertrek en wat dat betekent voor de ploeg.
Foré nam bijna exact een jaar geleden het roer over na het vertrek van Patrick Lefevere, en erfde een dossier dat al jaren speelde. Naast INEOS Grenadiers toonde nu ook Red Bull - BORA - hansgrohe de middelen en de interesse om het contract van de olympisch, wereld- en Europees kampioen af te kopen.
“We hebben het over een proces dat zich over meerdere jaren heeft uitgesponnen… Ik ben in januari 2024 bij de ploeg gekomen, en dit dossier lag toen al op tafel,” zegt Foré in een interview met Dernière Heure. “De onzekerheid werd soms een last; ik verkies duidelijkheid boven een vraagteken dat te lang blijft hangen.”
En de Evenepoel-soap was vorige winter al voelbaar, toen onduidelijk bleef welke koers de ploeg moest varen op de transfermarkt, wetende dat de Belg elk moment kon vertrekken.
“Afgelopen winter hielp die twijfel niet bij bepaalde rekruteringsbeslissingen: loonde het om rond Remco te blijven investeren als hij enkele maanden later toch zou vertrekken?” De komst van Valentin Paret-Peintre, Max Schachmann en Ethan Hayter als speerpunten toonde dat de focus nog sterk op heuvel- en bergritten lag. Dat valt niet te vergelijken met de huidige keuze voor specialisten als Jasper Stuyven, Dylan van Baarle en Alberto Dainese, die excelleren op andere terreinen.
Belgische wet vergemakkelijkte contractbreuk
“Ik heb nooit verborgen dat een contract er is om gerespecteerd te worden. We zijn niet zoals het voetbal en daar ben ik blij om. Maar de Belgische arbeidswetgeving helpt niet, omdat ze Belgische renners altijd in een sterke positie zet,” voegt Foré toe. Dat raakt ook aan de situatie van Cian Uijtdebroeks, die als Belg al tweemaal voortijdig zijn contract beëindigde.
Bij Quick-Step viel er volgens hem weinig te beginnen. “We hadden in feite geen keuze dan Remco’s vertrek te accepteren. Was hij van een andere nationaliteit geweest, dan stonden we sterker.” Maar dat was niet zo, en tegen augustus had de ploeg al stevige akkoorden met meerdere renners, afspraken waar sinds voorjaar en zomer aan was gewerkt, toen Evenepoels vertrek al evident leek.
“Het is een enorme prestatie geweest om met een superster als Remco te werken, maar volgend seizoen slaat de ploeg een nieuw hoofdstuk open. De voorbije jaren konden verschillende jongens in alle rust rijpen in Remco’s schaduw, maar nu zijn ze klaar om open te bloeien.”
Het is een ploeg waarin de eerder genoemde Dainese, Tim Merlier en Paul Magnier de sprints leiden; Stuyven, Van Baarle en Magnier de kopmannen zijn voor de klassiekers; en waarin nog steeds een stevige klimkern staat met renners als Mikel Landa, Valentin Paret-Peintre, Ilan Van Wilder en nieuwkomer Steff Cras. “Remco’s vertrek betekent een nieuwe aanpak en nieuwe verantwoordelijkheden voor deze renners, maar ik ben ervan overtuigd dat dit vruchten kan afwerpen.”
“Bovenal, en ik herhaal het, we herontdekken de ploeg. De Tour de France blijft het belangrijkste evenement van het jaar qua zichtbaarheid en inkomsten voor onze partners, en mijn primaire doel aan de start van een nieuw seizoen is daar winnen. Dat was een sleutel in onze rekrutering,” besluit hij.