Zoals velen hadden verwacht, stelde
Tadej Pogacar zaterdagmiddag niet teleur in de
Ronde van Lombardije, waar hij zijn indrukwekkende seizoen met een overtuigende overwinning afsloot. Pogacar lanceerde zijn beslissende aanval al op bijna 50 kilometer van de finish en soleerde vervolgens naar de zege.
"Elke overwinning is speciaal, en vandaag was dat niet anders", zei Pogacar na afloop van de koers, waarmee hij zijn vierde opeenvolgende overwinning in dit Monument behaalde en zich naast de legendarische Fausto Coppi schaarde. "Het team heeft het hele jaar keihard gewerkt voor al onze overwinningen, en ook vandaag was dat zo. Het was een lange en zware dag, maar alles hing af van ons team. We hebben het fantastisch gedaan en ik ben ontzettend blij om deze overwinning aan hen op te dragen!"
Dit keer plaatste hij zijn aanval op 48 kilometer van de finish, een kortere ontsnapping dan bij zijn recente WK-zege. Het leek alsof iedereen de hele koers wachtte op het moment dat de Sloveen zou toeslaan, en toen dat gebeurde, bleef een reactie uit. De focus verschoof meteen naar de strijd om de tweede en derde plaats, uiteindelijk gewonnen door Remco Evenepoel en Giulio Ciccone. Beide renners passeerden de finish in Como met een aanzienlijke achterstand op Pogacar.
"We hadden het zo gepland, omdat de koers zo zwaar is dat de laatste 40 kilometer bijna een man-tegen-man gevecht worden. Ik wist dat als ik op de top van de Colma di Sormano een goede voorsprong had, ik het zou kunnen volhouden tot de finish", legt Pogacar uit. "Maar je weet nooit zeker of het lukt. Ik bleef gewoon pushen om nog wat seconden te winnen en het mentale spel in de achtervolging te winnen. Ik heb alles gegeven tot aan de finish." Op de vraag naar zijn historische prestaties reageerde Pogacar nuchter: "We zullen zien waar we staan als mijn carrière voorbij is."
