Voor het vierde jaar op rij stormde
Tadej Pogacar naar de overwinning in de
Ronde van Lombardije, dit keer met een indrukwekkende voorsprong van ongeveer drie minuten op de nummer twee,
Remco Evenepoel. Hiermee voegde hij wederom een glorieus hoofdstuk toe aan zijn fenomenale seizoen van 2024.
Al vroeg in de koers wist een sterke groep van meer dan 20 renners weg te rijden, met opvallende namen zoals Damiano Caruso, Matej Mohorc, Thymen Arensman, Einer Rubio, Daniel Martínez, Eddie Dunbar, Tiesj Benoot en Wilco Kelderman. Dankzij de goede samenwerking in dit krachtige gezelschap, bouwden de vluchters met nog 100 kilometer te gaan een voorsprong op van meer dan vier en een halve minuut.
Toen
UAE Team Emirates besloot Rafal Majka naar de kop van het peloton te sturen, begon de voorsprong van de kopgroep echter snel te slinken. Met de Colma di Sormano in zicht was het verschil teruggebracht tot minder dan twee minuten, op 65 kilometer van de finish.
Bij aanvang van de klim was de marge nog slechts 1:02 toen Rudy Molard als eerste vanuit de kopgroep aanviel, gevolgd door zijn ploeggenoot Rémy Rochas en Eddie Dunbar van Team Jayco AlUla. Xandro Meurisse lanceerde vervolgens een tegenaanval en wist als enige leider weg te komen in de laatste 50 kilometer. Ondertussen werkte UAE zich door de kopgroep heen, terwijl de hoop voor de vluchters vervloog. Met nog 48 kilometer te gaan, plaatste Tadej Pogacar zijn verwachte aanval.
Toen de Sloveen eenmaal zijn voorsprong begon uit te bouwen, verschoof de aandacht al snel naar de strijd om de tweede en derde plaats, aangezien de achtervolgende groep geen gecoördineerde inspanning kon leveren. Remco Evenepoel, Enric Mas en Lennert van Eetvelt, die de achtervolging leidden, wisten wel weg te rijden van de rest, maar zonder echt in te lopen op Pogacar. Tijdens de afdaling van de Sormano wist Evenepoel zijn twee medevluchters achter zich te laten, maar met het vlakker wordende parcours bleef de Belg nog steeds meer dan een minuut achterstand houden op Pogacar.
Met nog 20 kilometer te gaan leek de strijd om de eerste en tweede plaats beslist: Pogacar had een voorsprong van 1:33 op Evenepoel, die op zijn beurt een minuut voorlag op zijn dichtstbijzijnde achtervolgers. De spanning leek vooral te zitten in de strijd om de derde plek, toen Mas en Van Eetvelt langzaam werden ingelopen door Pavel Sivakov. Op 10 kilometer van de finish had Pogacar zijn voorsprong verder vergroot tot 2:18 op Evenepoel, en 4:13 op het trio Mas, Van Eetvelt en Sivakov.
Zonder incidenten voor Pogacar en Evenepoel waren de eerste twee posities zo goed als zeker. De strijd om de derde plaats kreeg echter een onverwachte wending toen het trio werd ingehaald door een grotere achtervolgende groep. Daarop volgde een tegenaanval van Giulio Ciccone, waarmee de strijd om het podium nog een spannend slot kreeg.
