Wanneer het doek in 2025 valt, verdwijnt meer dan een seizoen van koersen. Een hele generatie renners stapt af: veertig namen die samen het moderne wielrennen vormgaven – van de machinerie van Team Sky tot de vrije aanvalszucht van het Pogacar-tijdperk.
Hun loopbanen beslaan meer dan twintig jaar, honderden zeges, en ontelbare koersdagen in dienst van anderen. Niet zomaar een afscheid, maar het gezamenlijke slotakkoord van de generatie die het wielrennen transformeerde – van marginal gains tot wetenschappelijke precisie, zonder de menselijke kant te verliezen.
De kopstukken – tien renners die een tijdperk bepaalden
Geraint Thomas — de meesterknecht die de Tour won
De weg naar geel was voor
Geraint Thomas allesbehalve recht. Van baanrenner en olympisch kampioen groeide hij uit tot klassiekerspecialist, en uiteindelijk tot Tourwinnaar in 2018.
Zijn triomf was de beloning na jaren knechten, een omwenteling van loyale helper tot Britse volksheld. Ook na zijn topjaren bleef hij relevant: derde in de Giro van 2022, tweede in 2023, nog steeds koersbepalend op zijn 38ste.
Thomas vertrekt als laatste levende schakel tussen het Sky-tijdperk en het moderne INEOS – berekend, intelligent en onverwoestbaar constant.
Geraint Thomas zwaaide uit tijdens de Tour of Britain in Cardiff
Romain Bardet — de romanticus van de Alpen
Weinig renners belichaamden de aanvalslust zo zuiver als
Romain Bardet. Zijn opkomst viel samen met Frankrijk’s eeuwige zoektocht naar een Tourwinnaar. Met tweede plaats in 2016, derde in 2017 en eeuwige hoop in juli werd Bardet het gezicht van het Franse verlangen.
Zijn afdalingen waren kunst, zijn interviews literatuur. Toen hij in 2024 eindelijk geel mocht dragen na winst in Rimini, voelde dat als verlossing. Zijn afscheid in 2025 is geen nederlaag, maar het slot van een poëtisch hoofdstuk in het Franse wielrennen.
Bardet afgestapt in het Criterium du Dauphine
Caleb Ewan — snelheid, chaos en stilte
Er was een tijd dat
Caleb Ewan onverslaanbaar leek. Klein, explosief, laag over het stuur, een sprinter die de wetten van de luchtweerstand tartte. Hij won in alle drie de Grote Rondes voor zijn 27ste, maar het sprinten is meedogenloos.
Na zijn zware val in de Tour van 2021 vond hij zijn ritme nooit meer volledig terug. Toen hij in stilte zijn afscheid aankondigde op zijn dertigste, bleef vooral verwondering achter. Zijn naam zal altijd verbonden blijven aan die karakteristieke, bijna horizontale sprintstijl – pure snelheid in beeld.
Caleb Ewan sloot zijn carrière af met een korte periode bij de INEOS Grenadiers.
Louis Meintjes — de stille metronoom van Afrika
Terwijl anderen met bravoure koersten, deed Louis Meintjes het met kalmte en precisie. Vijf top-tiens in de Tour, ritten in de Vuelta, altijd betrouwbaar, nooit luidruchtig.
In een tijdperk van selfies en slogans bleef Meintjes een toonbeeld van bescheiden professionalisme. Zijn afscheid in Il Lombardia past bij hem: ingetogen, waardig, en een bewijs dat geduld en discipline nog altijd tellen in de sport.
Alexander Kristoff — de laatste der hardrijders
Lang voor wattages en windtunnels waren er renners als
Alexander Kristoff. Grof, onverzettelijk, een sprinter die Flandrien werd.
Met zeges in Milaan–Sanremo (2014) en de Ronde van Vlaanderen (2015) schreef hij zich in de geschiedenis. In 2020 droeg hij kort het geel – een moment van nationale trots in Noorwegen.
Bij Uno-X Mobility werd hij mentor voor de nieuwe generatie. Met zijn vertrek verliest het peloton een van de laatste echte kasseientypes van vlees en bloed.
Kristoff is een integraal onderdeel geweest van Uno-X's opmars naar de World Tour-status
Michael Woods — de loper die dichter werd op twee wielen
Michael Woods kwam uit de atletiek, maar werd klimmer van formaat. Zijn achtergrond als middellangeafstandsloper gaf hem die unieke combinatie van uithouding en pijnbestendigheid.
Hij won drie ritten in de Vuelta, triomfeerde op de Puy de Dôme (2023) en pakte WK-brons. Altijd eerlijk, vaak kwetsbaar – Woods maakte van afzien een vorm van poëzie.
Woods poseert voor zijn laatste Tour de France eerder deze zomer
Rafal Majka — de meesterknecht in de bergen
In een ander universum had Rafal Majka meerdere Grote Rondes kunnen winnen. Twee bergtruien in de Tour, olympisch brons en ritwinst in de Vuelta bewijzen zijn klasse.
Maar Majka koos voor dienstbaarheid. Zijn jarenlange samenwerking met Tadej Pogacar maakte hem een icoon van loyaliteit – de man die andermans grootheid mogelijk maakte.
Majka fungeerde de afgelopen seizoenen als rechterhand van Tadej Pogacar.
Arnaud Démare — de Franse sprintstandaard
Met bijna honderd profzeges, inclusief Milaan–Sanremo (2016) en twee puntentruien in de Giro, werd
Arnaud Démare hét sprintreferentiepunt van Frankrijk.
Zijn carrière kende controverse, maar ook vernieuwing: hij professionaliseerde het Franse sprinten. Hij sluit af bij Arkéa, als renner die zijn land eindelijk weer in de sprints durf gaf.
Elia Viviani — precisie op twee disciplines
Elia Viviani was de sprinter die nooit een pedaalslag verspilde. Goud in het omnium van Rio, ritten in alle Grote Rondes, altijd gecontroleerd, altijd stijlvol.
Zijn naam blijft verbonden aan Italiaanse souplesse – en aan de zeldzame brug tussen baan en weg.
Viviani werd een van de succesvolste Italianen van de moderne tijd
Alessandro De Marchi - de romanticus van de weg
Elk tijdperk heeft een dromer nodig en de afgelopen tien jaar was dat Alessandro De Marchi.
Fans adoreerden hem niet vanwege zijn palmares, maar vanwege zijn doorzettingsvermogen: eindeloze kilometers op kop, altijd op jacht naar het onmogelijke. Zijn cameo in roze trui in de Giro van 2021, dagen voor een brute valpartij, werd een symbool van alles wat puur is aan de sport - moed zonder berekening. De Marchi joeg nooit op metriek; hij joeg op momenten.
Als hij wegstapt, verliest het peloton niet alleen een renner, maar ook een van zijn dichters.
Alessandro De Marchi — de eeuwige dromer
Elke generatie heeft een romantische aanvaller, en die rol vervulde Alessandro De Marchi als geen ander.
Zijn solo’s, vaak tevergeefs, maakten hem geliefd. Zijn roze trui in de Giro van 2021, gevolgd door een zware val, symboliseerde alles wat de koers puur maakt: moed zonder berekening.
Met zijn afscheid verliest het peloton een van zijn laatste poëtische zielen.
De stille krachten en trouwe knechten
Achter de grote namen verdwijnen ook de motoren van het peloton.
Salvatore Puccio, Jonathan Castroviejo en Omar Fraile verlaten INEOS – renners die jarenlang de koers droegen zonder applaus.
Tim Declercq, alias The Tractor, zwaait af bij Lidl–Trek na een decennium buffelen op kop.
Pieter Serry stopt na twaalf seizoenen bij Quick-Step, een meesterknecht zonder persoonlijke winst maar met oneindig respect.
Frankrijk neemt afscheid van Anthony Perez, Delaplace, Bouchard en Petit, eeuwige aanvallers met onverwoestbare inzet.
In Italië sluiten Gianluca Brambilla en Simone Petilli af – overlevenden van zware crashes, renners met negen levens.
Brambilla kreeg een emotioneel afscheid tijdens de recente Veneto Classic
De vroeg gestopten en bijna-helden
Sommigen halen het einde van hun verhaal niet op eigen voorwaarden.
Pierre Latour overwon nooit zijn daalangst, Ide Schelling vocht met mentale problemen, Unai Zubeldia gaf op door long-COVID, Lars van den Berg na een slagaderoperatie.
Jonas Koch, Loïc Vliegen, Ryan Gibbons en Eddy Fine verdwijnen stil, net als Nizzolo, Nans Peters, Tosh Van der Sande en Kristian Sbaragli – mannen die jaren de koers kleur gaven.
Een generatie die de koers veranderde
Samen goed voor meer dan 500 profzeges, van Monumenten tot nationale titels, maar belangrijker nog: ze brachten de sport van gevoel naar data, van intuïtie naar algoritme.
Toch delen ze iets dat niet in grafieken past: vakmanschap, kameraadschap en veerkracht.
Wanneer deze veertig veteranen het podium verlaten, laten ze meer achter dan lege rugnummers – ze laten de ziel van een tijdperk achter.