Oliver Naesen is al jaren een vaste waarde in het WorldTour-peloton. De 35-jarige Belg van Decathlon AG2R La Mondiale is niet langer de pure kopman van weleer, maar geldt als ervaren wegkapitein en stille motor binnen de ploeg. Vanuit die rol ziet hij hoe de sport – én zijn team – ingrijpend veranderd zijn.
 “Vroeger kon je jezelf de ploeg in praten”
Sinds zijn overstap van IAM Cycling in 2016 naar AG2R in 2017 heeft Naesen de transformatie van dichtbij meegemaakt. “Vroeger was het veel meer familiegericht. Je kon jezelf nog in een ploeg praten, nu worden er harde, zakelijke beslissingen genomen,”
zegt hij in gesprek met Het Nieuwsblad.
“Het gaat er harder aan toe, en dat is niet altijd makkelijk, maar je ziet het wel terug in de resultaten.”
De ommezwaai kwam volgens Naesen met de komst van Dominique Serieys, de nieuwe CEO van Decathlon AG2R La Mondiale. “Hij is een zakenman pur sang. Vorig jaar wonnen we acht keer, nu moest dat meer dan twintig worden – met bijna dezelfde renners. Dat opent je ogen: als je prestaties centraal zet en geen bochten afsnijdt, krijg je daar automatisch resultaten voor terug.”
Druk als drijfveer
Ondanks zijn leeftijd en ervaring geniet Naesen nog steeds van de prestatiedruk. “Je zou kunnen denken dat het uitspreken van zulke doelen extra stress geeft, maar ik vind het net goed. Topsport ís druk. En wie daar niet mee om kan, hoort hier niet thuis.”
De Belg ziet de komst van Decathlon in 2024 als de grote katalysator. “Vroeger moesten we letterlijk de eindjes aan elkaar knopen. Soms kozen we voor een bepaald merk wielen omdat zij meer betaalden, ook al was het materiaal minder goed.”
“Decathlon is machtig – letterlijk”
Volgens Naesen veranderde dat volledig toen Decathlon hoofdsponsor werd. “Als Decathlon een wielenmerk belt om te sponsoren, is de kans groot dat ze meteen hun grootste klant worden, omdat die wielen op duizenden fietsen in hun winkels komen. Dan krijg je als team vanzelf de beste deals. Dat is macht die andere ploegen niet hebben.”
Naesen blijft een sterke klassementsrenner. @Sirotti
Nieuwe ploegcultuur, nieuwe taal
Ook cultureel is het team in korte tijd veranderd. Waar Naesen ooit deel uitmaakte van het overwegend Franse blok rond Romain Bardet, is de ploeg nu veel internationaler geworden.
“Vroeger was het echt een Franse bubbel. Niets mis mee, maar het beperkte ons bij het aantrekken van nieuwe renners. Met jongens als Olav Kooij, Tiesj Benoot en Matthew Riccitello is dat verleden tijd.”
De Belg herinnert zich een veelzeggend voorbeeld: “Een paar jaar geleden stond Brent Van Moer op het punt om te tekenen, maar hij zei: ‘Mijn Frans is niet goed genoeg’. Dat zou nu geen probleem meer zijn. Tegenwoordig hoor je op training even vaak Engels of Nederlands als Frans.”
“Kooij kan ons seizoen maken”
Voor Naesen breekt zo ook een nieuwe fase aan binnen de ploeg. De focus ligt meer op winnen, met snelle mannen die dat kunnen waarmaken.
“Olav Kooij is pas 24, maar nu al een sprinter van wereldklasse. Die hoeft niet eens veel beter te worden om twintig koersen te winnen met onze steun. Dat is al de helft van een goed seizoen.” Voor de ervaren Belg is dat geen bedreiging, maar motivatie. “Ik weet waar ik sta in mijn carrière. Mijn rol is anderen helpen winnen. En eerlijk? Dat vind ik vandaag net zo mooi als zelf over de streep komen.”