Met 122 overwinningen als profwielrenner, waaronder 7 Monumenten, etappezeges in de Tour de France en wereldkampioenschappen, heeft
Tom Boonen een indrukwekkend palmares opgebouwd. Hij is echter van mening dat zijn veelzijdigheid en ervaring in verschillende soorten wedstrijden zijn prestaties superieur maken aan die van
Mathieu van der Poel. Dit komt vooral door het scala aan wedstrijden dat hij gedurende zijn carrière heeft gereden en gewonnen.
"Ik had graag tegen de mannen van nu gereden. Van ver aanvallen, iets 'geks' doen, dat zou goed passen bij mijn manier van koersen", zei Boonen in een interview met Het Nieuwsblad. "Op 1 januari weten renners van Visma | Lease a Bike bijvoorbeeld dat ze op 1 april op 5% vet zullen staan. Dat geeft rust. Bij mij was het nog: zelf eten plannen, zelf een kinesist regelen... Ook omdat ik te fier was om me te laten bijstaan. Nu denk ik: waarom ben ik zo stom geweest om niet in te zien dat je net beter kan worden door je te laten begeleiden."
Boonen ging pas zeven jaar geleden met pensioen, maar hij beschouwt zijn tijd als prof - van 2002 tot 2017 - als een totaal andere periode als het gaat om training en voorbereiding op grote wedstrijden. Hij herinnert zich hoe hij vroeger veel van zijn voorbereiding en gezondheid zelf regelde. Tegenwoordig zijn professionele renners veel beter in staat om voedsel te verteren en hun gewicht gedurende het hele jaar onder controle te houden.
"De kennis was er al, maar nu kunnen ze dat beter toepassen. Bij ons was het echt nog: zestig gram suiker per uur opnemen, meer kon het lichaam niet verwerken. Ondertussen is het bijna dubbel zoveel. Renners staan nu ook een heel jaar door op gewicht. Bij ons was het idee nog dat je jezelf mager moest trainen", legt de Belgische legende uit. "Ik heb eigenlijk tien jaar honger gehad."
Om zijn racegewicht te bereiken, nam Boonen in de eerste maanden van het seizoen zeer zware wedstrijdschema's aan. Destijds leverde dit fantastische resultaten op, zoals zijn palmares laat zien, maar het illustreert duidelijk het contrast met het huidige wielrennen. Renners zoals Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel hebben laten zien dat ze laat in het seizoen kunnen beginnen en toch al in topvorm kunnen zijn. Als voorbeeld zal Van der Poel maar een handvol dagen racen gedurende het hele voorjaar.
Het aantal wedstrijden dat renners rijden is ook veranderd ten opzichte van vroeger. "Renners van nu koersen al bij al weinig. Terwijl ik een jaar heb gehad waarin ik voor Roubaix al 40 wedstrijddagen had", zegt Boonen, dit was een belangrijke factor voor het aantal overwinningen dat hij heeft behaald. "Nu is dat een seizoen. Om het cru te stellen: de palmaressen van nu, zo veel staat daar niet op. Zelfs niet bij een kampioen als Mathieu van der Poel. Ik reed dat op één seizoen bij elkaar", grapt hij.
Hij geeft ook commentaar op het recente debat over de vriendschap tussen een aantal van de grootste namen in de sport. Een goed voorbeeld hiervan is Milano-Sanremo, waar de tweede en derde geplaatste renners, Tadej Pogacar en Michael Matthews, samen naar Milaan reden, terwijl de winnaar van de race, Jasper Philipsen, ook hun goede vriend is en in de buurt van Monaco woont.
"Wat ook anders is nu: de sfeer tussen renners onderling en tussen renners en pers is zoveel amicaler geworden. Dat is een soort camaraderie die vroeger niet bestond. Als ik een voorjaar een keer geen twee klassiekers won, zoals in 2010 tegen Cancellara, werd ik compleet afgebroken... Elke generatie heeft zijn eigen kampioenen."