In 2024 werden alle drie de Grote Rondes van het wielerseizoen gewonnen door Sloveense renners.
Tadej Pogacar was de sterkste in zowel de
Giro d'Italia als de
Tour de France, terwijl
Primoz Roglic afgelopen weekend de overwinning veiligstelde in de
Vuelta a Espana.
Het Sloveense duo heeft inmiddels samen negen Grote Rondes op hun naam staan. Pogacar heeft een keer de Giro d'Italia en drie keer de Tour de France gewonnen, en Roglic wist vier keer de Vuelta en één keer de Giro op zijn naam te schrijven. Een dergelijke dominantie van Slovenië in het wielrennen was enkele jaren geleden nog ondenkbaar. Door de opkomst van renners als Pogacar en Roglic, samen met Matej Mohoric en Jan Tratnik, heeft het land zich nu echter stevig verankerd in de top van het moderne wielrennen.
"Slovenië is uiteraard meer dan alleen Tadej Pogacar", stelt oud-renner
Thijs Zonneveld in de podcast van In Het Wiel. "Pogacar is natuurlijk wel heel goed, maar die paar Sloveense renners die er zijn, zijn gewoon ongelofelijk goed. Het is een klein landje met volgens mij drie miljoen inwoners, met tot voor kort niet een onwijze wielercultuur. Maar pfoe, dat is wel even veranderd de afgelopen vijf à zes jaar. Wat een goede renners komen daar vandaan."
Zonneveld merkt ook op dat Roglic, bekend om zijn wat droge en zakelijke interviewstijl, mogelijk onterecht zo wordt beoordeeld omdat hij vaak in zijn tweede taal spreekt. "We moeten gewoon een keer Sloveens leren om hem echt een keer te spreken", zegt Zonneveld. "Volgens mij krijgt niemand de echte Roglic te zien, tenzij je zijn ploeggenoot bent of als je Sloveens praat. In coronatijd konden we renners online spreken, voorafgaand aan een koers. Toen zagen we ineens een heel andere Roglic. Langere antwoorden, uitgebreider. Misschien vindt hij het zonder grote camera of microfoon voor zijn neus een stuk fijner. Anders komt hij vooral over als iemand die het gewend is om interviews af te raffelen."