Tadej Pogacar en Remco Evenepoel zouden dat kunnen doen, maar dat is niet realistisch voor ons" - Thymen Arensman over wat wel en niet te doen op het brute parcours van Kigali.

De Wereldkampioenschappen van Kigali kenmerken zich door de zeer moeilijke parcoursen en weersomstandigheden, die absoluut niet geschikt zullen zijn voor alle renners. Dit kan echter ook gelden voor de topfavorieten zoals Tadej Pogacar en Remco Evenepoel. Onder degenen die voor een verrassing willen zorgen bevindt zich Thymen Arensman, die deze zomer tweemaal etappewinnaar was in de Tour de France.

"Het gaat geweldig. Het is echt een kwestie van acclimatiseren hier, en ik ben niet de enige die dat een beetje onderschat heeft. Dus ik ben ook blij dat ik de tijdrit heb gedaan en nu hier ben voor een langere periode, ook al is het een lange tijd weg van huis," zei Arensman in een gesprek met In de Leiderstrui. "Het is ook goed van de bond dat ze de andere jongens eerder hebben laten invliegen, zodat iedereen tijd heeft om zich aan te passen."

De Nederlandse renner had deze acclimatisatieperiode hard nodig, omdat hij aangaf dat hij de eerste dagen nergens in de buurt van zijn gebruikelijke niveau zat. "In de training kwam ik al dicht bij mijn wattage, terwijl ik daarvoor 30 of 40 watt achterliep. 'Gelukkig' waren Anna [van der Breggen] en Demi [Vollering] hetzelfde, want soms kan het mentaal moeilijk zijn om te accepteren als je ver verwijderd bent van de cijfers die je weet dat je kunt behalen. Terwijl ik bijvoorbeeld in de tijdrit wel hartslagrecords van dit jaar heb gezet."

En in een race als deze van zondag, is elk detail van belang, vooral degenen die zo belangrijk zijn als het vermogen. "Het kost moeite om te racen, dus stel je voor hoe het is als je een tijdrit moet rijden of de Mur de Kigal moet bestormen. De benen zijn prima, maar het is meer een kwestie van de longen."

"We zijn dat allemaal gewend, maar dit is een ander continent met andere omstandigheden. Dat betekent dat het ook een defensieve race kan zijn. Als je een keer helemaal in het rood gaat met een aanval of wat dan ook, ben je klaar," zegt Arensman, terwijl in Zurich Quinn Simmons en Andrea Bagioli hetzelfde hebben gezegd na de initiële winnende aanval van Pogacar.

Maar er zijn uitzonderingen op de regel. "Tadej Pogacar en Remco Evenepoel zouden dat kunnen doen, maar dat is voor ons niet realistisch. Het zou leuk kunnen zijn voor de tv, maar als je een resultaat wilt behalen, kom je nergens. Je loopt gewoon tegen jezelf op," geeft Arensman toe. Echter, de moeilijkheid van de race zou de klimmers kunnen bevoordelen, en dit zou de leider van de Nederlandse ploeg kunnen bevoordelen.

"Daarom ben ik hier, omdat ik wist dat het een afvalrace kon worden. Puur op punch kan ik Remco of Tadej niet volgen, maar je zag ook bij de beloften dat het ieder voor zich was. Als ik zondag wakker word met het gevoel dat ik de hele dag pijn kan verdragen en mentaal klaar ben voor de race, kan ik ver komen," waarschuwt hij. Na de ongelooflijke klimprestaties die hij in de Tour liet zien, is het niet ondenkbaar om hem deze zondag op het podium te zien. En hij gelooft dat niet veel renners de race zullen beëindigen.

"Binnen het team hebben we besproken hoeveel renners zullen finishen. Bij de beloften waren er nog behoorlijk wat, maar 18 eindigden binnen de 7 minuten. Wij denken dat er 25 tot 30 zullen finishen [in deze race]. Het is zo belachelijk lang en zwaar, dit is echt een niveau hoger. Ik denk dat ze Mount Kigali bewust na 160 kilometers hebben gezet".

Arensman zegt ook dat Tadej Pogacar al vroeg onder druk zal worden gezet, en niet andersom. "Ik vermoed dat België vanaf de start de controle zal overnemen en een afvalrace zal creëren, gevolgd door een uitval op die klim."

De kleine details kunnen de sleutel zijn in een race die wel 7 uur kan duren, met hoogte, hitte en klimmen van begin tot eind. "Hydratatie en voeding zullen ook heel belangrijk zijn. Je moet elk uur zoveel eten, en zelfs dan zit je nog in het rood, dus dat versterkt alleen maar mijn punt over hoe zwaar het is".

Arensman heeft echter niet de druk om hier zijn seizoen te redden, misschien iets dat zeer waardevol voor hem kan zijn. "Mijn seizoen is al geslaagd, met mijn podiumplaats in Parijs-Nice, mijn solo-optreden in de Tour of the Alps, en natuurlijk die overwinningen in de Tour. Daarom sta ik ontspannen aan de start: Ik ben blij met mijn seizoen; het is al een fantastische ervaring met de nationale ploeg," besloot hij.