Jasper Philipsen, de meest succesvolle sprinter van de
Tour de France in het huidige decennium, keert in 2025 terug als kopman van Alpecin-Deceuninck in de jacht op etappezeges. Samen met ploegmaat
Mathieu van der Poel schoof hij aan bij de
persconferentie van het team in aanloop naar de Grand Départ. CyclingUpToDate en WielrennenUpToDate waren erbij om de ambities van het duo te peilen.
Vraag: Je bent gewend om veel te winnen, maar dit seizoen bleef het relatief stil. Hoe ervaar je dat?
Antwoord: “Eerlijk gezegd heb ik dit jaar nog niet veel gewonnen. Het is voor mij persoonlijk een seizoen met ups en downs geweest. Maar ik ben er niet gestrest over. Ik denk dat ik gewoon op schema zit. De vorm is goed. Ik had wat pech met die valpartij tijdens de klassiekers, maar de afgelopen weken heb ik alles gegeven om topfit te zijn. Dat is wat nu telt – niet wat er eerder in het jaar gebeurd is.”
Vraag: Wie schat je momenteel hoger in als sprinter – Milan of Merlier?
Antwoord: “Dat is moeilijk te zeggen. Ze zijn allebei enorm sterk en snel. Ze maken allebei een goede kans om ritten te winnen, zeker die eerste etappe. Het wordt interessant om te zien wie zich het beste toont.”
Vraag: Hoe schat je je eigen vorm in? En hoe groot is de kans dat je zaterdag in het geel rijdt?
Antwoord: “Mijn vorm is echt goed. De voorbereiding was vergelijkbaar met die van vorig jaar – misschien zelfs beter. Ik voel me sterker dan aan het begin van de vorige Tour. Dat is belangrijk, want de meeste sprintkansen liggen in de eerste week. Daarna wordt het lastiger. Natuurlijk is de gele trui een droom. Dit is misschien mijn eerste echte kans. Ik herinner me nog toen de Tour in Brussel startte – toen was ik nog jong. Nu is het serieus. En ik weet ook dat ik in de toekomst niet eindeloos veel van dit soort kansen ga krijgen. Dus ja, zaterdag is heel belangrijk.”
Vraag: En als het zaterdag niet lukt?
Antwoord: “Dan is er geen man overboord. Ik wil mijn Tour niet laten bepalen door dag één. De Tour duurt drie weken. Er komen nog kansen. Maar zaterdag winnen zou natuurlijk het allermooist zijn.”
Vraag: Wat verwacht je van etappe 2?
Antwoord: “Dat wordt een pittige rit. Veel klassementsrenners die ook sterk zijn in de klassiekers zullen zich willen tonen, misschien zelfs tijd proberen te pakken. Het wordt nerveus en hectisch. En er zijn veel types renners die zo’n rit kunnen winnen.”
Vraag: Wie heeft er volgens jou de beste kans op ritwinst in etappe 1, jij of Van der Poel?
Antwoord: “Als het uitdraait op een pure massasprint, dan gaan we vol voor mij. Ik heb me in de Tour en daarbuiten bewezen als sprinter. Maar op lastiger dagen kunnen we het samen bekijken, afhankelijk van het koersverloop.”
Vraag: Wat vind je van de nieuwe slotetappe in Parijs, met een tijdrit in plaats van een sprintersrit op de Champs-Élysées?
Antwoord: “Het is zeker een andere aanpak dan we gewend zijn. Het maakt de koers spannender tot het einde. De klassementsmannen zullen tot de laatste meter gefocust moeten blijven. Voor ons verandert het niet veel – wij zijn toch altijd scherp op dag 21.”