Parijs-Nice behoort tot de meest prestigieuze en zware rittenkoersen van de WorldTour en trekt jaarlijks een indrukwekkend deelnemersveld van klimmers, sprinters en klassiekerspecialisten. De editie van 2025 vindt plaats van 9 tot 16 maart, en wij werpen alvast een blik op het parcours.
De wedstrijd biedt een gevarieerd parcours waarin verschillende type renners hun kans kunnen grijpen. Op het programma staat een ploegentijdrit, die een cruciale rol kan spelen in de strijd om het algemeen klassement. Daarnaast zijn er drie bergritten, waarvan twee eindigen op een middellange klim. Er is ook een heuvelachtige rit met een loodzware steile aankomst. De sprinters krijgen ook hun kans met drie vlakke etappes waarin zij zich kunnen onderscheiden.
De openingsrit van Parijs-Nice 2025 belooft een kans voor de sprinters, met een klassieke lus rondom Le Perray-en-Yvelines. Traditioneel eindigt de eerste rit in een massasprint, maar een late aanval kan hier niet worden uitgesloten.
Met 156 kilometer op het programma wordt het geen bijzonder zware of lange dag, en de verwachting is dat het peloton de controle behoudt. Tenzij de weersomstandigheden voor verrassingen zorgen. Een korte klim op 21,5 kilometer van de finish zou het peloton kunnen opschudden, maar het belangrijkste punt ligt iets verderop.
Op de top van de laatste helling, een 1 km lange klim aan 6,2%, ligt een tussensprint met bonificatieseconden. Dit kan explosieve actie uitlokken, mogelijk gevolgd door een aanval. Deze passage vindt plaats op 9,5 kilometer van de meet.
Vanaf daar volgt een lange, rechte en vlakke aanloop zonder afdaling, waardoor het peloton zich eenvoudig kan organiseren. De strijd om de ideale positionering begint al vroeg, met een cruciale bocht op 700 meter van de finish. Een kleine knik naar rechts bepaalt de slotfase. Wie daar goed geplaatst zit, heeft een grote kans op de overwinning.
Etappe 2 biedt de duidelijkste en meest klassieke sprintkans van deze Parijs-Nice-editie. Over 186 kilometer trekken de renners over vrijwel volledig vlak terrein richting de finish in Bellegarde, zonder noemenswaardige beklimmingen onderweg.
Er valt weinig te analyseren: de organisatie heeft gezorgd voor een zorgeloze dag voor de sprinters, zonder lastige heuvels of technische passages. Alles draait om de laatste kilometers.
En die zijn – op papier – perfect voor een massasprint. De slotfase speelt zich af op een volledig rechte weg, zonder bochten, rotondes of hoogteverschillen. Het wordt een pure krachtmeting tussen de topsprinters en hun treintjes, waarbij positionering en timing cruciaal zullen zijn.
Op dag 3 staat de ploegentijdrit centraal, een discipline die dit jaar extra aandacht krijgt vanwege de terugkeer in de Tour de France. Voor veel teams wordt deze 28 kilometer lange rit een waardevolle test om hun selecties en strategieën te verfijnen. Het parcours is niet volledig vlak, waardoor het een interessante uitdaging vormt voor ploegen die hun tempo slim willen indelen.
De start vindt plaats op het circuit van Magny-Cours, waar de eerste kilometers over perfect asfalt verlopen. Vervolgens leidt een lange rechte weg de renners richting Nevers, waar het echte werk begint. In de stad wacht een korte maar venijnige klim van 900 meter aan 6%, met zelfs stukken die dubbele cijfers aantikken.
De slotfase is snel en licht dalend, wat hoge snelheden mogelijk maakt tot aan de laatste klim naar de finish. Hier wordt het lastig om een constant tempo vast te houden, wat de ploegentijdrit extra tactisch maakt.
Etappe 4 brengt de eerste serieuze hoogtemeters van de wedstrijd met zich mee. Met 2700 meter aan beklimmingen is het nog geen echte bergrit, maar deze dag zal ongetwijfeld een belangrijke graadmeter zijn voor de klimbenen van de renners.
De finale zelf blijft relatief rustig tot aan de slotklim naar La Loge des Gardes, waar Tadej Pogacar bij de vorige editie triomfeerde. Dit is een explosieve beklimming, maar wél een waar verschillen kunnen worden gemaakt.
De klim is 6,7 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1%. Het parcours is overwegend constant, zonder extreme fluctuaties in stijgingspercentages, maar de inspanning begint al vanaf de voet zwaar te wegen. Aanvallen worden vooral in de laatste kilometers verwacht. Als een groep nog bij elkaar is in de laatste 1,5 kilometer, kan een korte vlakke sectie een beslissende sprint inleiden.
Etappe 5 is op maat gemaakt voor de klassiekerspecialisten. Het parcours doet sterk denken aan de Ardennen en heeft een finale die bijna een kopie lijkt van de Waalse Pijl. Korte, steile beklimmingen zullen het laatste uur van de wedstrijd domineren, waarbij rittenjagers en klassementsrenners zich in de strijd zullen mengen voor een explosieve finale.
In de laatste 40 kilometer, naast de slotklim, wachten vijf pittige heuvels. Geen lange beklimmingen, maar stuk voor stuk steile kuitenbijters die de benen flink zullen verzuren. Deze liggen op 37, 32,5, 29,5, 16,5 en 13 kilometer van de finish, waardoor het een ideale etappe is voor aanvallers. De aanloop naar de slotklim is bovendien niet volledig vlak en bevat nog een korte helling.
Maar de échte beslissing valt op de Notre-Dame-de-Sciez, waar het stijgingspercentage oploopt tot 18% – en volgens sommige profielen zelfs tot 24%. Vroege aanvallen zijn hier riskant, want de klim wordt steeds zwaarder naarmate de renners vorderen. Wie te vroeg aangaat, loopt het risico volledig stil te vallen. Een sprint bergop lijkt onvermijdelijk, maar verwacht wél verschillen aan de top. De klim is puur anaerobe kracht, en de technische aanloop betekent dat positionering cruciaal zal zijn in de strijd om de overwinning.
De zesde etappe is de laatste mogelijkheid voor de sprinters om te schitteren in deze Parijs-Nice. Een massasprint in Berre-l'Étang ligt voor de hand, maar met 210 kilometer en enkele beklimmingen onderweg is een verrassing niet uitgesloten.
Direct na de start loopt het parcours licht omhoog, wat kan leiden tot vroege aanvallen en een sterke kopgroep. Voor veel renners is dit de laatste kans om iets uit de wedstrijd te halen, waardoor de openingsfase onrustig kan verlopen. Hoewel er verspreid over de dag enkele beklimmingen zijn, is vooral de laatste noemenswaardig. Dit is een 900 meter lange klim aan 6%, waar bovenop een tussensprint ligt 19,5 kilometer voor de finish. Waarschijnlijk zal deze klim geen grote verschillen veroorzaken, maar de sterkste sprintersploegen zullen hier alert moeten zijn.
De finale is typisch voor een stadsprint: niet extreem technisch, maar met een paar rotondes die een rol kunnen spelen in de positionering. Op 2,2 km, 1,9 km en 600 meter van de finish moeten de renners drie rotondes passeren. Hoewel de kaart anders suggereert, snijden de renners deze rotondes links af, waardoor de bochten minder scherp zijn. Dit zijn cruciale momenten waarop het peloton zich zal uitlijnen en de snelheid hoog zal oplopen.
De eindstreep ligt op een vlak, recht stuk weg direct aan zee, wat betekent dat wind een factor kan zijn. Toch lijkt alles in gereedheid voor een klassieke sprintersstrijd in Berre-l'Étang.
Etappe 7 brengt het peloton eindelijk de Alpen in. Hoewel het een relatief korte rit is met slechts 148 kilometer, bevat de dag enkele serieuze beklimmingen. Geen van deze is uitzonderlijk steil, maar ze kunnen alsnog een belangrijke rol spelen in de koers.
De etappe begint met twee kleinere beklimmingen, die waarschijnlijk bepalend zullen zijn voor het vormen van de kopgroep. De echte strijd barst echter pas later los, wanneer de renners de Col de la Colmiane bereiken.
Deze 16 kilometer lange klim met een gemiddeld stijgingspercentage van ruim 5% is vooral in de laatste 7 kilometer iets steiler dan in het eerste deel. De top ligt op 53 kilometer van de finish, waardoor aanvallen hier onwaarschijnlijk zijn. Toch kunnen ploegen die de koers willen hardmaken hier het tempo fors opschroeven, waardoor de slotklim extra zwaar wordt.
De finale draait om de beklimming naar Auron. Officieel is deze 7,3 kilometer aan 6,9%, wat voldoende is om verschillen te creëren, maar niet extreem zwaar. De echte uitdaging zit echter in de aanloop: de 25 kilometer lange vals platte sectie door de vallei richting de klim. Als een ploeg besluit hier het tempo flink op te voeren, kunnen veel renners al uitgeput aan de slotklim beginnen. Dit kan de etappe beslissend maken voor het algemeen klassement.
De laatste etappe van Parijs-Nice staat traditioneel garant voor spektakel, en ook dit jaar vormt de korte maar intense rit van slechts 120 kilometer geen uitzondering. Met zes beklimmingen, tal van haarspeldbochten en technische afdalingen ligt alles nog open voor een sensationele ontknoping.
Dit jaar begint de rit iets rustiger dan voorgaande edities. De openingsfase telt enkele extra kilometers, maar slechts één beklimming in plaats van een explosieve reeks van drie voor Peille. Die eerste klim is de Col de la Porte (7 km aan 6,9%), waarvan de top op 70 kilometer van de finish ligt. De daaropvolgende afdaling is zeer technisch en kan de eerste scheuren in het peloton veroorzaken.
Niet veel later volgt de Côte de Peille (6,5 km aan 6,9%), een klim vol haarspeldbochten en berucht als lanceerplatform voor winnende aanvallen in het verleden. De top ligt 41 kilometer voor de finish, waardoor een aanval hier een gewaagde maar mogelijke zet is.
Dit jaar blijft het daar echter niet bij. De renners krijgen nog twee zware beklimmingen voorgeschoteld, te beginnen met een tussensprint op de Col d'Èze (1,6 km aan meer dan 9%), met de top op 25 kilometer van de streep. Hier kunnen de eerste serieuze aanvallen worden geplaatst, zeker omdat de daaropvolgende afdaling recht naar de slotklim leidt.
De beslissende klim is de Col des Quatre Chemins, een onderdeel van de Col d'Èze. Deze 3,6 km lange klim aan gemiddeld 8,8% wordt vooral in de tweede helft genadeloos steil, met pieken tot 18%. Dit is de laatste kans om verschillen te maken. De top ligt op 9 kilometer van de finish, waarna een snelle afdaling richting de Promenade des Anglais in Nice de koers definitief zal beslissen.
☀ Voici le parcours de #ParisNice 2025 !
— Paris-Nice (@ParisNice) December 17, 2024
☀Here is the route of #ParisNice 2025! pic.twitter.com/ynMCs4sVut