Mikel Landa sprak met de Spaanse sportkrant Marca in aanloop naar de Giro d’Italia, waarin hij als kopman aantreedt voor
Soudal - Quick-Step. Enkele dagen eerder verlengde de 34-jarige Bask zijn contract met de Belgische formatie met nog een seizoen. In het interview toont Landa zich openhartig en vastberaden: hij blikt vooruit op zijn doelen, bespreekt de grote afwezigen, met name
Tadej Pogacar en
Jonas Vingegaard, en deelt zijn visie op concurrenten als
Primoz Roglic en Juan Ayuso.
Een speciale band met de Giro
"De Giro is de wedstrijd waar ik ben doorgebroken als ronderenner," zegt Landa met een fonkeling in de ogen. "Telkens als ik terugkeer, doe ik dat met een glimlach — ondanks de moeilijke momenten die ik er ook heb gekend. Het is gewoon een heel bijzondere koers."
Na enkele jaren afwezigheid keert Landa nu terug naar de Italiaanse ronde. “De laatste keer stond ik op het podium. Het was tijd om terug te keren. Zo niet, dan is het in 2026 misschien te laat.” Hij is zich bewust van de urgentie: “Dit zou wel eens mijn laatste kans kunnen zijn om op het podium van een grote ronde te eindigen.”
Over het karakter van de Giro is Landa duidelijk: “Alle drie de grote rondes zijn uniek, maar de Giro weet, zoals het echte Italianen betaamt, zichzelf geweldig te verkopen. Er hangt meer passie, meer emotie.”
Afwezigen maken het niet makkelijker
De afwezigheid van Pogacar en Vingegaard verandert voor Landa weinig aan zijn verwachtingen. “Niet in mijn geval,” stelt hij nuchter. “Als zij er niet zijn, zijn er altijd anderen. Soms heb ik zelfs liever dat zij wél starten, want ze kunnen de koers harder maken, en dat helpt me om rivalen af te schudden die ik anders niet kwijt raak.”
Duidelijke rol, glashelder doel
Landa is de uitgesproken kopman bij Soudal - Quick-Step. “De ploeg heeft iemand nodig voor het klassement. Als ik vanaf het begin alert ben, doe ik wat ik altijd doe. Natuurlijk, een val of een off-day kan altijd gebeuren — dan passen we het plan aan. Maar op dit moment vertelt mijn lichaam me dat ik niets anders hoef te doen dan dit.”
Mentale weerbaarheid als wapen
Landa benadrukt dat zijn mentale kracht een van zijn grootste troeven is. “Soms denk ik: ik kan klappen incasseren als geen ander. De jaren verstrijken, maar ik rijd nog steeds op hoog niveau. Elke renner heeft zijn sterke punten, misschien is het hoofd wel het mijne.”
Verwacht het onverwachte
De Bask weet als geen ander dat de Giro zelden een voorspelbaar verloop kent. “Er kunnen altijd verrassingen zijn. In de eerste week lijkt één renner dominant, in de tweede komt er ineens een ander bovendrijven, en in de derde week komt de uiteindelijke winnaar naar voren.”
Ayuso als toekomst van Spanje
Landa is ook vol lof over zijn jonge landgenoot Juan Ayuso. “Hopelijk grijpt hij zijn kans. Niet alleen voor hem, maar ook voor het Spaanse wielrennen.” Volgens Landa is Ayuso volwassen en koersintelligent: “Hij neemt verantwoordelijkheid en weet wedstrijden naar zijn hand te zetten.”
Over Roglic en de rest
Ten slotte spreekt Landa over Primoz Roglic en de gevestigde orde: “Er is weinig ruimte voor verbetering. Roglič rijdt al vijf jaar op een uitzonderlijk niveau. Ik zie hem niet veel beter worden, maar in de koers weet je het nooit.”
Toch gelooft Landa dat ervaring een verschil kan maken. “Het zijn allemaal renners die we al jaren zien. Misschien kunnen wij, de veteranen, nog verrassen — met een beetje geluk en veel ervaring.”