Waar de meeste voorbeschouwingen op de Giro d’Italia zich richten op grote namen als Juan Ayuso, Primoz Roglic en Adam Yates, blijft
Michael Storer voorlopig wat onder de radar. Toch hoeft dat voor
Tudor Pro Cycling Team allerminst een nadeel te zijn. Na zijn indrukwekkende eindzege in de Ronde van de Alpen kijkt de Australische klimmer met gezonde ambitie vooruit naar zijn grote doel van het seizoen: de Giro.
Bij Tudor geloven ze heilig in zijn capaciteiten. “Je moet vooral consistent zijn in een koers als de Giro, en Michael heeft daar de laatste maanden hard naartoe gewerkt,” legt ploegcoach Sebastian Deckert uit aan IDL Pro Cycling. “Hij had altijd al de potentie, ook al kwam dat niet altijd tot uiting in de resultaten. Maar we zien dat het er nu steeds vaker uitkomt.”
De overwinning in de Alpen komt volgens Deckert niet uit het niets. “We hebben dit jaar niets fundamenteel anders gedaan. Het is ook niet zijn eerste grote ronde – we weten dat hij zich gedurende drie weken goed kan ontwikkelen. Toen hij twee etappes won in de Vuelta, was hij zelfs sterker dan het jaar ervoor in de Tour de l’Ain.”
Op de vraag of Storer niet te vroeg gepiekt heeft, blijft de reactie nuchter: “Liever nú goed zijn en verder bouwen, dan hopen op een late piek die niet komt,” zegt Deckert met een knipoog. “We weten niet precies wat het resultaat zal zijn, maar we gaan elke dag voluit. We kunnen alleen ons eigen proces beïnvloeden.”
Sportdirecteur Claudio Cozzi sluit zich daarbij aan. “We geloven dat Michael kan uitgroeien tot een sterke klassementsrenner. Of hij een grote ronde kan winnen? Dat weten we nog niet. Maar we pushen hem om voor het klassement te gaan.” Volgens Cozzi krijgt Storer nu voor het eerst écht het vertrouwen als kopman binnen het team.
“Michael is een stille leider, maar zijn vertrouwen groeit. Hij is gemotiveerd en werkt hard. We willen dat hij risico’s durft nemen. Als dat niet loont, is dat geen probleem – als hij wint, is het fantastisch,” aldus Cozzi. “Hij weet nu dat hij kan rekenen op een ploeg rond zich heen. Vorig jaar moest hij het vaak alleen doen. Dat is nu anders.”
Deckert sluit af met een bredere kijk op leiderschap binnen het team: “Er is niet één type leider. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn. Als je je anders moet voordoen, kost dat alleen maar energie. Maar als je jezelf bent, voel je je goed en krijg je zelfvertrouwen. En met dat zelfvertrouwen durf je je uit te spreken – dat maakt het verschil in koers.”