Jasper Philipsen ziet
Milano-Sanremo 2024 op een heel andere manier tegemoet dan de grote sprinters van tien jaar geleden. De dagen dat renners als Erik Zabel of Oscar Freire de wedstrijd domineerden zijn al lang voorbij. De Belg is zich ervan bewust dat de belangrijkste troef van
Alpecin-Deceuninck niet hij is, maar Mathieu van der Poel. Maar dat weerhoudt hem er niet van om te dromen van de overwinning.
"Ik zal proberen de aanvallen op de Cipressa en Poggio te overleven en kijken hoe ver ik kan komen. Ik heb weinig opties, maar ik zal proberen een kans te maken," vertelde Philipsen gisteren aan CyclingPro.net tijdens de ploegenpresentaties. "Er kan maar één de winnaar zijn en als ik op het juiste moment op de juiste plaats ben, waarom niet." De Belg zal een beschermde renner zijn, en hopelijk voor hem zou er een sprintscenario komen waar hij zou kunnen vechten voor de overwinning.
Uiteraard moest hij gevraagd worden naar de kansen van Van der Poel, die de race in gaat zonder ook maar één wedstrijd te hebben gereden in 2024. Logischerwijs denkt hij dat zijn teamgenoot een kans maakt om te winnen:
"Iedereen weet dat Mathieu alles heel goed voorbereidt, hij is een kampioen, natuurlijk kan hij winnen." Maar de aanwezigheid van van der Poel zou Philipsen een positie kunnen geven waarin hij kan profiteren van het werk achter hem - zoals vorig jaar in Parijs-Roubaix.
