"Ik zal niet teleurgesteld zijn als hij er niet bij is" - Prudhomme over de mogelijkheid dat de 19-jarige Paul Seixas al debuteert in de Tour de France in 2026

Frankrijk wacht al veertig jaar op een nieuwe Tourwinnaar. Sinds Bernard Hinault in 1985 de laatste gele trui naar Parijs bracht, is de hunkering alleen maar groter geworden. De hoop laaide meerdere keren op — met Romain Bardet, Thibaut Pinot en recent David Gaudu — maar telkens bleef de droom onbereikbaar. Nu is er een nieuwe naam die de verbeelding prikkelt: Paul Seixas. Toch wil Tourdirecteur Christian Prudhomme niets overhaasten.

Tijdens de routepresentatie van de Tour de France 2026 in Parijs ging het opvallend vaak over de 19-jarige Seixas, renner van Decathlon AG2R La Mondiale. Zijn doorbraakseizoen heeft de Franse wielerwereld in beweging gebracht. De jonge klimmer sloot zijn jaar af met de eindzege in de Tour de l’Avenir, de ‘mini-Tour de France’, en stond daarnaast op het podium van het Europees kampioenschap, waar alleen Tadej Pogačar en Remco Evenepoel hem voorafgingen.

Seixas’ prestaties liegen er niet om: 13e op het WK in Kigali, 7e in Il Lombardia, indrukwekkend bergopvermogen en volwassen koersinzicht. Het label ‘volgende Franse Tourwinnaar’ kleeft al stevig op zijn rug. Zelf laat hij zich niet gek maken, al spreekt hij openlijk over zijn ambitie:

“Ik droom ervan om de Tour te winnen, en dat mag ook tegen Pogačar zijn,” zei Seixas onlangs. Gezien de razendsnelle ontwikkeling van jonge renners in het moderne peloton lijkt een Tourdebuut in 2027 realistischer dan 2026.

Prudhomme kent het gewicht van de Franse verwachtingen en kiest voor kalmte. “Ik zou het Paul Seixas niet kwalijk nemen als hij de Tour in 2026 overslaat,” verklaarde hij tegenover L’Équipe. “Hij is een uitzonderlijk talent, maar de mensen om hem heen — zijn ouders en zijn team — weten beter dan ik wat goed voor hem is.”

Volgens de Tourbaas is de druk van een debuut in de grootste koers ter wereld immens. “Hij is welkom wanneer hij wil, maar ik zal niet teleurgesteld zijn als hij er volgend jaar niet bij is,” voegde Prudhomme eraan toe. Een verstandig standpunt, vinden velen. Een eerste deelname aan een Grote Ronde betekent drie weken stress, media-aandacht en tactische leerprocessen die zelden zonder gevolgen blijven. In dat opzicht lijkt 2026 “te vroeg”, zoals ook Seixas zelf liet doorschemeren.

De Franse wielerhistorie biedt lessen genoeg. Bardet en Pinot kregen op jonge leeftijd de hoop van een natie op hun schouders en bezweken onder de druk van het verwachtingspatroon. Prudhomme wil dat scenario vermijden.

“Frankrijk wacht al lang, dat weten we allemaal,” zei hij. “Maar talent heeft tijd nodig.” In de tussentijd blijft het uitkijken naar nieuwe signalen. De Tour de l’Avenir, de Ronde van Zwitserland, of misschien zelfs de Vuelta 2026 zouden realistische volgende stappen zijn voor Seixas — alvorens hij zich waagt aan de Tour, waar Frankrijk al bijna een halve eeuw naar smacht.