“Ik wil aan alle grote wedstrijden deelnemen”: op zijn 32e kijkt Toon Aerts uit naar een WorldTour-debuut

Nu de UCI eindelijk het deelnemersveld op WorldTour-niveau voor 2026 heeft bevestigd, kunnen we de fusie Lotto-Intermarché als een feit beschouwen. Hoewel de bloedige strijd van 55 renners voor één ploeg enkele slachtoffers opleverde, behoort Europees veldritkampioen Toon Aerts daar niet toe. Met de stap naar de WorldTour kan de 32-jarige uitgroeien tot een protagonist van de voorjaarscampagne. Maar daarvoor moeten eerst nog veel kleinere stappen worden gezet.

“Ik vind het leuker dan ik aanvankelijk wilde toegeven,” bekende Aerts aan Wielerflits over de weg, waarop hij zich na het nationaal kampioenschap veldrijden in januari meer gaat richten: “We hebben beslist dat ik vanaf dan anders ga trainen en alvast een beetje de overgang maak.”

Dat betekent niet dat Aerts zijn veldritpassie opgeeft, maar we zullen zijn Europese kampioenentrui minder vaak zien. “Uiteraard hebben we de laatste crossen nog in het achterhoofd. Maar het belangrijkste is dat ik vanaf dan langere trainingen met de ploeg kan doen. Ik ga mee op het januarikamp en tussendoor trek ik ook naar de Wereldbeker in Benidorm.”

De Belg mikt erop om in het voorjaar direct paraat te zijn, mogelijk met een debuut in enkele van de grootste eendagskoersen op de kalender. “In grote lijnen is het de bedoeling om aan een aantal voorjaarsklassiekers deel te nemen. Ik krijg de kans om in zeer interessante wedstrijden te starten, zowel in het voorjaar als in de rest van de zomer,” kijkt hij vooruit op een prikkelend seizoen.

Toch hoeven we niet te verwachten dat de 32-jarige zonder WorldTour-ervaring plots aan elke Monument-start verschijnt. Zijn kennismaking met de Klassiekers wordt een proces stap voor stap.

“Tactisch moet de kalender passen bij de doelstellingen van de ploeg, maar hij moet ook aansluiten bij mijn mogelijkheden. Het is allemaal nog nieuw voor mij. Het is duidelijk niet wenselijk om meteen naar de grootste podia gekatapulteerd te worden.”

Natuurlijk is de ambitie om uiteindelijk alle vakjes af te vinken van de koersen waar Aerts als kind naar keek op tv, maar hij beseft ook het enorme ervaringsgat met zijn generatiegenoten.

“Als ik mocht kiezen, startte ik meteen in de grote koersen, maar vorig jaar merkte ik in een koers als de Circuit Franco-Belge bijvoorbeeld dat de Kluisberg voor de meeste renners in de groep al tientallen keren is gereden,” voegde de 31-jarige toe. “Ik ken daarentegen de Koppenberg alleen van het veldrijden. Daarin moet ik echt stappen zetten.”

In dat kader verklapt Aerts dat verkenningen op de meest frequente wedstrijdroutes zeker in zijn planning staan. “Er zitten nog een paar weken tussen het WK veldrijden en de Vlaamse klassiekers, dus we gaan verkennen en ik kan de wegen leren kennen. Naar mijn mening, en die van de ploeg, is het heel belangrijk om goed voorbereid aan die koersen te verschijnen. Zeker als je niet wilt meedoen om het meedoen.”

Maar de Europese veldritkampioen is niet van plan al te veel offers te brengen in zijn winterprogramma ten gunste van de weg: “Veldrijden blijft mijn prioriteit nummer één. Ik wil het WK niet uit het oog verliezen, ook al zal in januari mijn aandacht deels naar het voorjaar gaan. Misschien stop ik een week eerder dan in vorige jaren of neem ik een weekend vrij. Dat zijn allemaal mogelijke opties.”